Het eerste trimester
Het eerste trimester (0-14 weken)
In het eerste trimester vindt de bevruchting plaats. De eerste zwangerschapsverschijnselen kunnen zich aandienen. Voorbeelden hiervan zijn misselijkheid, vermoeidheid of gevoelige borsten. Vanaf 6 weken wordt de bevruchte eicel een embryo genoemd. Het bevruchte eitje krijgt al de vorm van een mini mensje en heeft een lengte van circa 5 millimeter. Vanaf 9 weken zwangerschap spreek je niet meer over een embryo maar over een foetus. In week 10 wordt de placenta ontwikkeld die via een navelstreng verbonden is met je baby. Je baby wordt gevoed via de navelstreng. Je baby begint steeds meer een klein mensje te worden. Rond deze week heb je de eerste afspraak bij een verloskundige, voor je eerste echo. Soms kan de verloskundige het hartje van je baby al horen kloppen, soms kan dat pas wat later. In week 14 beginnen de haartjes van je baby te groeien in de vorm van donshaartjes. De talgklieren houden de haartjes en de huid eromheen vet. Dat is belangrijk, om te voorkomen dat het huidje van je baby beschermd wordt in het vruchtwater. De vettige substantie van de talgklieren samen met de afgestoten huidcellen zijn een beschermende zalf die op het huidje blijft zitten dankzij de donshaartjes. Zelf wordt je inmiddels wat voller. Naast je buik, worden ook je gezicht en heupen iets zwaarder.