Cybex – MY.GO Buikdrager – Lollipop Paars

Beschrijving

My.Go’s extra brede zitvlak promoot de squat positie om de druk op de heupen van de baby te verlichten, aangeraden door othopeden.

De draagzak my.GO beschikt over een geïntegreerde zitverkleiner en biedt extra steun voor pasgeborenen. De extra-gevoerde schouderbanden en brede heupband verdelen het gewicht van de baby weg van de schouders.

Het zitgedeelte van de 2.GO kan individueel worden versteld. Dit zorgt voor een optimale pasvorm en maakt de orthopedisch aanbevolen spreidzit mogelijk.

My.Go is een verstelbare buikdrager om kinderen vanaf de geboorte tot 5 jaar veilig en comfortabel te dragen. De my.Go groeit met het kind mee, door middel van een geintereerde hoofdsteun. Dit maakt het dragen makkelijk, veilig en comfortabel.

Biedt ontlasting voor de rug van de ouder. De extra gewatteerde schouderriemen en een wijde heupriem distribueren het gewicht van het kind weg van de schouders.

De my.GO heeft verschillende draagposities:
• Buik, gezicht naar de ouder
• Heuppositie: vanaf ongeveer 3 maanden
• Rugpositie: vanaf ongeveer 6 maanden

Kenmerken:
• Hoezen van ademend textiel wasbaar bij 30°
• 100% katoen
• Geschikt voor kindjes van 3,5 – 20 kg (vanaf de geboorte tot ongeveer 5 jaar)

Tips vanuit VeiligheidNL

Kooptips:
• Als je een draagzak koopt, waarin je baby rechtop gedragen wordt, zorg dan dat deze voldoet aan de Europese norm voor buikdragers: NEN-EN 13209-2. (Voor de andere twee typen dragers bestaat nog geen norm).
• De draagzak/draagdoek moet voldoende steun in de rug en aan het hoofd geven, een jonge baby kan zijn hoofd namelijk nog niet goed zelf rechtop houden of ondersteunen.
• Een baby moet door de draagzak goed ondersteund worden, als de baby heel klein is, maar ook als de baby groter is. Kies een model met goede verstelmogelijkheden.
• Koop liever geen draagdoek/draagzak waarin je baby horizontaal gedragen wordt. Door de vorm van de doek wordt het gezichtje deels bedekt en ligt het kindje met een gebogen rug, hierdoor hebben kinderen meer moeite met ademhalen.

Gebruiktips:
• Draag je kind nooit onder een dichte jas. Als een kindje onder een jas wordt gedragen, moet het gezichtje altijd boven de jas uitkomen.
• Wees extra voorzichtig met het gebruik van een buikdrager bij te vroeg geboren kindjes, zij hebben meer moeite om genoeg zuurstof op te nemen.
• Let erop dat de eerste weken het hoofdje en de wervelkolom van je baby goed worden ondersteund.
• Hou de temperatuur in de gaten. De zon is gauw te warm op het hoofdje van een kind en als het koud is, zit je kindje stil en kan het snel koud krijgen. Controleer regelmatig hoe je kindje zich voelt.
• Oefen eerst met omdoen, afdoen, openen, sluiten en eventueel knopen zonder kind.
• Let er bij elk gebruik op of de sluiting goed dicht klikt.
• Gebruik de buikdrager niet als de banden kapot of versleten zijn.
• Je kindje zit niet vast in de buikdrager, wees daarom extra voorzichtig met vooroverbuigen of bukken.
• Let erop dat je evenwichtspunt verandert bij het dragen van een buikdrager.
• Met een buikdrager zie je niet waar je je voeten neerzet, let extra op om niet te struikelen.
• Maak in het begin geen lange wandelingen met je kindje.
• Draag je kind niet in een buikdrager tijdens het koken, op de fiets, in de auto, op de motor of tijdens het sporten (bijvoorbeeld skaten).
• Let erop dat je kindje altijd vrij kan ademen.