Nieuwsbrief

Evenementen

    Geen evenementen

Nieuwsberichten

Onderzoek naar schade van beperkt drinken alcohol tijdens de zwangerschap

alcoholOnderzoek suggereert dat het met mate nuttigen van alcoholische dranken tijdens de zwangerschap niet op latere leeftijd schadelijk hoeft te zijn voor het kind. Zwaar alcoholgebruik tijdens de zwangerschap wordt al lange tijd in verband gebracht met de gezondheid en ontwikkelingsproblemen van kinderen. Onderzoekers zijn pas enkele jaren geleden gestart om te kijken naar de invloed van drinken in beperkte mate, die wordt gedefinieerd als één tot twee glazen per week.

Onderzoekers in Engeland vergeleken 10.000 7-jarigen, bij een kwart hiervan hadden de moeders beperkt gedronken tijdens de zwangerschap. De andere moeders hadden geen alcohol genuttigd. Bij de kinderen is gekeken naar de sociaal-emotionele en intellectuele ontwikkeling. Vervolgens werd geconcludeerd dat er geen verschillen in termen van schadelijke effecten werden gevonden tussen de kinderen met een moeder die beperkt had gedronken en de kinderen met een moeder die niet had gedronken. De studie wees zelfs uit dat de kinderen van moeders die beperkt drinken tijdens de zwangerschap iets beter scoorden op de gedrags-en cognitieve tests, het verschil was echter niet statistisch significant. De onderzoekers aan dat er nog meer onderzoek moet plaatsvinden om na te gaan of er niet later in de kindertijd alsnog ontwikkelingsproblemen ontstaan​​.

De vrouwen die niet dronken tijdens de zwangerschap gaven in het onderzoek aan dat het niet drinken voor hen altijd de moeite waard is, omdat elk eventueel risico, hoe klein ook, zo wordt uitgesloten.

Een op de viertien vrouwen heeft eetstoornis tijdens zwangerschap

etende zwangereUit onderzoek van University College London (UCL) heeft één op de veertien vrouwen een eetstoornis in de eerste drie maanden van hun zwangerschap. Van de ruim 700 zwangere vrouwen die onderdeel uitmaakten van het onderzoek was een kwart “zeer bezorgd over hun gewicht en vorm”.  Twee procent van de ondervraagden bleken regelmatig te braken en/of gebruik te maken van laxeermiddelen om te voorkomen dat zij in gewicht zouden toenemen.

Uit de studie bleek ook dat één op de 12 zwangere vrouwen minimaal twee keer per week de volledige controle verloren over wat zij aten. Dr Nadia Micali, van de UCL Institute of Child Health, die de studie leidde, zei: “Er zijn duidelijke aanwijzingen uit ons onderzoek dat eetstoornissen tijdens de zwangerschap zowel de moeder als de ontwikkeling van de baby negatief kunnen beïnvloeden. Ook de aandacht voor eetstoornissen en hun symptomen onder prenatale beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg zou helpen om deze beter te identificeren en deze aandoening effectief te beheersen onder zwangere vrouwen.”  Dr Abigail Pasen voegt hieraan toe: “Vrouwen met een eetstoornis zijn vaak terughoudend om hun ziekte bekend te maken aan beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, mogelijk als gevolg van angst voor een  stigma of angst dat de gezondheidszorg zou kunnen reageren op een negatieve manier.  Typische zwangerschapsymptomen zoals gewichtstoename en braken kan daarbij de aanwezigheid van een eetstoornis maskeren. Veel vrouwen met een eetstoornis kan dus onopgemerkt en onbehandeld blijven tijdens de zwangerschap.”

De onderzoekers roepen vanwege de mogelijke schadelijke effecten op dat vrouwen worden gescreend op eetstoornissen bij hun eerste prenatale controle. Dit zou kunnen middels een anonieme vragenlijst waarin gevraagd wordt naar hun eetgewoonten in de zes tot 12 maanden voor de zwangerschap. Vervolgens worden kunnen symptomen van een eetstoornis vervolgens worden beoordeeld tijdens de eerste drie maanden van de zwangerschap.

Groot deel van baby’s eet te vroeg vast voedsel

Etende babyAmerikaans onderzoek heeft uitgewezen dat maar liefst 93% van de ouders hun kind al eerder dan de aanbevolen leeftijd van 6 maanden introduceert met vast voedsel.

Onderzoekers van de Centers for Disease Control en Prevention in de VS, die 1.334 moeders ondervroegen, kwamen tot deze conclusie. Daarnaast ontdekten zij dat 40% van hen vast voedsel zelfs al introduceerden voordat hun kind de leeftijd van vier maanden oud bereikt had. Nog zorgelijker was dat baby’s van  9% van de moeders al vast voedsel kreeg aangeboden voordat ze waren vier weken oud waren.

De onderzoekers beschrijven in hun studie dat het bij armere, jonge en minder goed opgeleide moeders meer voorkwam dat zij vast voedsel eerder aanboden. Mogelijke redenen hiervoor zijn dat kunstvoeding wordt gezien als een dure optie en de mythe dat baby’s beter slapen als zij vast voedsel hebben gegeten.

Professionals in de gezondheidszorg lijkt het gedeeltelijk te wijten dat vast voedsel al zo vroeg aan kinderen wordt gegeven. 50% van de moeders die hun baby te vroeg vast voedsel gaven, gaven namelijk bij de onderzoekers aan dat hun zorgverzekeraar of arts hen dit advies had gegeven.

De onderzoekers waarschuwen naar aanleiding van deze resultaten dat het geven van vast voedsel aan baby’s voordat ze zes maanden oud zijn een verhoogd risico met zich meebrengt dat zij chronische ziekten zoals diabetes en coeliakie ontwikkelen. Zij vrezen ook dat het voortijdig invoeren van vaste voedsel het risico obesitas bij het kind op latere leeftijd vergroot.

 

Rust, regelmaat en ritme belangrijk voor een rustige baby

baby in bedOnrustige baby’s hebben in veel gevallen een tekort aan slaap en zijn oververmoeid. Dit kan ontstaan wanneer ouders
vermoeidheidsignalen van baby’s niet goed interpreteren en vanuit hun warme oudergevoelens zullen reageren op het huilen van hun baby door het te troosten en op te pakken.

De drie R-en waren èn zijn nog steeds drie belangrijke elementen bij de zorg voor baby’s om onrust, overmatig huilen en weinig slapen te voorkomen en te verhelpen. De drie R-en staan voor Rust, Regelmaat en Ritme. Het zijn handvaten die als leidraad aangehouden kunnen worden en een uitkomst bieden voor ouders en verzorgers. Niet alleen het kind wordt namelijk rust gegund, de ouders en verzorgers daarmee ook, wat uiteindelijk ook in het belang van het kind is.

Rust

Door je baby rust te gunnen om goed te kunnen slapen worden veel problemen met betrekking tot onrust voorkomen. Dit betekent dat je niet te vaak op stap gaat, je baby niet te veel blootstelt aan verschillende prikkels als speelgoed, geluid van radio en televisie en je baby in het eigen bedje laat slapen in plaats van in de box in een omgeving waar er voortdurend prikkels zijn. Hierbij houd je rekening met het karakter van je baby wat hem al dan niet meer of minder gevoelig maakt voor prikkels van buitenaf.

Regelmaat en Ritme

Je kan je kind regelmaat en ritme bieden door gedurende een dag de activiteiten in een vaste volgorde aan te bieden. Deze volgorde is namelijk slapen, wakker worden, verschonen/voeden, spelen en vervolgens weer slapen. De speeltijd bestaat uit een periode spelen/knuffelen bij de ouder op schoot, waarna alleen gespeeld wordt in de box. In de box kan de baby zelf spelen en bepalen hoeveel prikkels het opzoekt. De baby leert op deze manier zichzelf te vermaken. Na een tijdje in de box zal het kindje weer moe worden. Zodra signalen van vermoeidheid zichtbaar worden wordt het kindje wakker in bed gelegd.

Achtergrond van het vaste ritme van slapen, wakker worden, verschonen/voeden, spelen en slapen, is dat een kind dat net geslapen heeft goed uitgerust is, daardoor goed zal drinken waarna het voldaan kan slapen tot de volgende voeding. Een afwijkend schema, waarbij het voeden van een baby bijvoorbeeld pas plaatsvindt nadat hij een uur wakker is, kan een tegengesteld effect hebben met als risico een vicieuze cirkel van onrust en gehuil. Een moe kind dat gevoed wordt heeft immers te weinig energie om goed te eten, zal daardoor niet voldaan gaan slapen, en heeft hierdoor slechts korte slaapjes die hem oververmoeid en huilerig maken. Vaak zul je als ouder het gehuil van je baby ook willen beantwoorden door te troosten, wat de situatie onbedoeld verder verslechterd.

De richtlijnen voor het ritme zijn afhankelijk van de leeftijd. Zo zal een baby van  6 weken bijvoorbeeld idealiter maximaal een uur wakker zijn voor het voeden, verschonen en spelen om vervolgens 2-3 te gaan slapen tot de volgende voeding, waar een kind van 6 maanden al 2 uur wakker is en slaapjes heeft van nog maar 2 uur.

Door het bieden van rust, regelmaat en ritme wordt de wereld van een kind voorspelbaar. Het zal bijvoorbeeld leren dat de ouder de meeste aandacht geeft na de voeding op schoot en dat hij in bed geen aandacht meer krijgt. Deze voorspelbaarheid en herkenning geven je kind een gevoel van veiligheid en vertrouwen in de omgeving en zichzelf.

Wanneer je baby onrustig is of veel huilt en regelmaat wilt aanbrengen is het natuurlijk wel van belang dat wordt uitgesloten dat er geen lichamelijke oorzaak . Bij borstvoeding moet je er daarbij zeker van zijn dat het kind voldoende voeding krijgt en het huilen geen teken van honger is. Dit bepaal je in overleg met een arts of het consultatiebureau. Tot slot zul je als ouder ook altijd naar je eigen gevoelens moeten blijven luisteren, als je het gevoel hebt dat er iets anders speelt.

 

Met je baby naar de film? Het kan!

CinemumHet ouderschap brengt veel verantwoordelijkheid met zich mee en lijkt ook soms zeer beperkend in je vrijheid om nog leuke dingen te kunnen doen die voorheen de normaalste zaak van de wereld waren. Zoals bijvoorbeeld een filmpje pakken.

Sinds enkele maanden is er echter een heel leuk nieuw concept voor de kersverse ouder, wat zich steeds verder in de grote steden van Nederland uitbreidt, namelijk: Cinemum. Met je baby naar de film? Het kan!

Cinemum biedt je de mogelijkheid om samen met je baby in de bioscoop te genieten van de meest actuele films. Er is dus geen oppas meer nodig. Je gaat gewoon met je baby naar de film! Om het de ouders zo gemakkelijk mogelijk te maken zijn er faciliteiten als een magnetron en verkleedkussen om je baby te kunnen verzorgden. Ook krijg je een gratis extra stoel voor je baby, en is de verlichting en het geluid gedempt. Misschien nog wel het belangrijkste: je hoeft je geen seconde zorgen te maken om kritische blikken bij een krijsbui van je spruit of als je even met je baby in- en uit wilt lopen om een flesje op te warmen of een schone luier om te doen, je bent immers met enkel lotgenoten!

Voor meer info, zie www.cinemum.nl

Eerste baby geboren na embryodonatie

zwanger3Vandaag, 5 maart 2013, is bekendgemaakt dat voor de eerste keer in Nederland een baby ter wereld is gekomen met behulp van een embryodonatie.  Embryodonatie houdt in dat een embryo van een koppel wordt gedoneerd aan en teruggeplaatst in de baarmoeder van een andere vrouw. Op deze wijze bevalt deze vrouw van een kind waar zij of haar partner niet de biologische ouders van zijn. De vrouw krijgt zo wel de gelegenheid om de baby zelf te voldragen.

Dit bericht heeft het Medisch Centrum Kinderwens in Leiderdorp waar de bevalling plaatsvond doorgegeven aan het ANP. Het geslacht en het exacte moment vam geboorte zijn met opzet niet bekend gemaakt om de privacy van zowel de ouders als de baby te waarborgen. De behandelend gynaecoloog heeft aangegeven dat zowel de zwangerschap als de bevalling goed zijn verlopen, zonder complicaties.

 

Beter helemaal geen caffeïne tijdens de zwangerschap

caffeineUit een recent onderzoek van Zweedse wetenschappers is gebleken dat de inname van cafeïne tijdens de zwangerschap zowel de moeder als haar ongeboren baby schaadt. Daar waar tot nu toe gedacht werd dat de consumptie van caffeïne in beperkte mate niet schadelijk is, blijkt uit het onderzoek dat de consumptie van slechts één cafeïne product al schadelijk is waarbij een relatie wordt gelegd met een lager geboortegewicht van baby’s en te klein geboren baby’s. Deze studie is nu nog enkel gebaseerd op observaties, er zal nog definitief vastgesteld moeten worden cafeïne daadwerkelijk de oorzaak van deze complicaties tijdens de zwangerschap.

In het onderzoek waarin deze eerste conclusie getrokken is, zijn 60.000 vrouwen bestudeerd die in verschillende variaties cafeïne tot zich namen.  Naast de vermindering van het geboortegewicht van de baby, werd cafeïne ook verantwoordelijk gehouden voor een langere draagtijd. In een rapport uitgebracht door het Noorse Instituut van Volksgezondheid wordt beweerd dat de consumptie van 200-300mg cafeïne per dag het risico van baby op een te kleine baby met 27 tot 62% toeneemt.

De onderzoekers adviseren op basis van de voorlopige resultaten aan zwangere vrouwen tijdens de zwangerschap geheel te stoppen met het innemen van caffeïne houdende producten of in elk geval de inname te minderen tot maximaal 200 mg per dag.

Debat over overschatte voordelen borstvoeding gestart

borstvoeding2Iedereen weet dat borstvoeding het beste is om te geven aan je baby, zowel voor de moeder als de baby. Er gaat geen dag voorbij zonder dat hiervoor bewijs wordt geleverd. Zo zorgt borstvoeding voor een betere weerstand van je baby, vermindert het de kindersterfte en zorgt het ervoor dat de baarmoeder van de moeder sneller krimpt na de bevalling. Er is recent echter een debat gestart over het feit of het geven van borstvoeding inderdaad wel het beste is voor je baby nadat de toonaangevende Amerikaanse criticus Joan B Wolf, hoogleraar genderstudies aan de Texas A & M University, naar aanleiding van haar onderzoek de conclusie trok dat de gezondheidsvoordelen van borstvoeding overschat worden. Het onderzoek van Wolf is alles behalve hartelijk ontvangen door de pro-borstvoedingbeweging.

Wolf stelt dat het geven van borstvoeding overschat wordt als gevolg van drie factoren. Ten eerste zou er volgens haar een culturele obsessie bestaan om risico’s te elimineren. Ten tweede wordt een groot deel van het onderzoek naar de voordelen van borstvoeding methodologisch onjuist uitgevoerd. Ten derde, zou de samenleving in de ban zijn van de ideologische opvatting ten aanzien van het moederschap die bepaalt dat een moeder te allen tijde eventuele risico’s voor haar kinderen moet elimineren, ongeacht het risico of de aanslag die dit heeft op haar eigen welzijn.

Zonder te betwisten dat borstvoeding duidelijke voordelen heeft, beginnen steeds meer academici zich uit te spreken ten aanzien van de beperkingen van het wetenschappelijk bewijs wat hiervoor wordt aangedragen. Wolf stelt dat de wetenschap van veel borstvoedingsstudies problematisch is. De groepen vrouwen die borstvoeding geven en onderzocht worden zijn niet gerandomiseerd, maar komen tot stand op basis van zelf selectie. Randomiseren is de gouden standaard voor het evalueren van interventies in de gezondheidszorg. Het houdt in dat proefpersonen op basis van toeval (at random) worden geselecteerd, waarmee een gelijke verdeling van eigenschappen van bekende en onbekende prognostische factoren beoogd wordt. Met randomiseren verwacht je dat het effect van het natuurlijk beloop, placebo effecten, verstorende variabelen en meetfouten tegen elkaar laat wegvallen en er uiteindelijk alleen een nettoeffect van de interventie als verschil bestaat tussen de interventie en controle groep.

Omdat voor borstvoedingsonderzoeken deze methodiek niet wordt toegepast ontstaat de situatie dat de borstvoedinggevende vrouwen die geselecteerd worden onderling zeer weinig verschillen en met vergelijkbare omgevingsfactoren te maken hebben. Veelal zijn het vrouwen die er bewust voor kiezen de extra moeite die met borstvoeding geven gepaard gaat te investeren in het belang van de gezondheid van hun baby. Het is heel waarschijnlijk dat deze vrouwen echter deze instelling ook met andere dingen hebben,  zoals bijvoorbeeld ten aanzien van het schoonmaken van hun huis, het wassen van hun handen en gezond eten. De effecten die nu alleen aan het geven van borstvoeding worden toegekend kunnen hierdoor lastig gescheiden worden van het gecombineerde effect van een zorgzame ouder en een positieve omgeving.

Omdat we ons blindstaren op de voordelen van borstvoeding, bestaat volgens Wolf het gevaar dat de nadelen van het geven ervan genegeerd worden. Nadelen zijn volgens haar onder meer het mogelijke verlies aan het inkomen van vrouwen omdat borstvoeding geven nu eenmaal veel tijd kost en het verantwoordelijk maken van moeders voor allerlei dingen waar zij geen controle over hebben

Foliumzuur tijdens zwangerschap verlaagt risico autistisch kind aanzienlijk

foliumzuurUit een nieuwe Noorse studie, die recentelijk gepubliceerd is in het tijdschrift American Medical Association (JAMA) blijkt dat het slikken van foliumzuur voorafgaand aan de zwangerschap en gedurende de eerste weken van de zwangerschap kan bijdragen aan een verminderd risico van autisme van je ongeboren kind.

Het onderzoek is gebaseerd op 85.000 zwangerschappen, de grootste studie tot nu toe naar de voordelen van foliumzuur ten behoeve van autisme preventie. De zwangere vrouwen die onderzocht zijn namen vier weken voor de zwangerschap t/m de achtste week van de zwangerschap foliumzuur in. Conclusie van het onderzoek was op basis van deze populatie dat dit leidde tot tot maar liefst 39% minder kans op kinderen met autisme . Hierbij wordt aanbevolen dat vrouwen 400 microgram foliumzuur per dag innemen voordat zij zwanger zijn en 600 tot 800 microgram per dag gedurende de eerste weken van de zwangerschap.

Deskundigen weten al enige tijd dat het slikken van foliumzuur geboorteafwijkingen zoals een open ruggetje kan voorkomen bij de ontwikkeling van foetussen en daarmee een makkelijk uitvoerbare activiteit is wat een vrouw kan doen te verbetering van de gezondheid van haar ongeboren kind. Dezelfde dosis lijkt nodig voor het voorkomen van autisme volgens het onderzoek. De Noorse onderzoekers hebben wel aangegeven dat er meer onderzoek moet worden gedaan om naar aanleiding van de gevonden correlatie, het causale verband tussen het slikken van foliumzuur en autisme te bevestigen.

Ontlopen Nederlandse moeders hun verantwoordelijkheid om te werken?

verwende prinsesOndanks verschillende terugkerende discussies blijven Nederlandse moeders weinig werken en lijken zij hier zelf helemaal geen bezwaar in te zien.

Elma Drayer schreef hier in 2010 nog een boek over genaamd ‘Verwende prinsesjes’, waarmee ze veel Nederlandse vrouwen woedend maakte. In het boek beschuldigt Drayer Nederlandse vrouwen ervan dat zij hun verantwoordelijkheid ontlopen door niet of weinig te werken. Het boek beschrijft dat jonge vrouwen massaal gebukt gaan onder de ‘seksualisering van de samenleving’. Werkende moeders hebben het vooral héél erg zwaar, kinderopvang is slecht voor de tere kinderzieltjes en emancipatie is vooral een ‘keuze’. Het boek beschrijft de sprookjes waarin Nederlandse moeders volgens Drayer in lijken te geloven en ook nog trots op zijn.

Nederlandse vrouwen staan heel anders in het leven in vergelijking met andere Westerse landen en Nederlandse vrouwen halen ook nog hun schouders op voor de ongelijkheid die nog steeds bestaat. In de Nederlandse cultuur is nog steeds diep geworteld dat de man de kostwinnaar is. Vanaf De Gouden Eeuw, een bloeiperiode in de Nederlandse geschiedenis die grotendeels samenvalt met de zeventiende eeuw, werd de ‘huisvrouw’ het Nederlandse ideaal. In de Verlichting ontstond hierbij de opvatting dat kinderen liefdevol opgevoed moesten worden tot goede burgers en dat vrouwen dit als hun plicht moesten opvatten. Omdat in deze periode de welvaart in Nederland steeg, konden vrouwen het zich permitteren om huisvrouw te worden. Het aantal huisvrouwen steeg dan ook tot circa 90% van alle getrouwde vrouwen in de jaren ’50 en ’60.

In de jaren ’60 ontstond echter de tweede feministische golf, omdat een aantal vrouwen de beschreven ontwikkelingen zat waren. Dankzij deze golf is onze samenleving behoorlijk geëmancipeerd, maar is er volgens Drayer een vreemde vermenging ontstaan tussen enerzijds feminisme en anderzijds een moedercultuur, waarbij Nederlandsen vrouwen zich een geheel eigen positie hebben toegeëigend. Namelijk dat emancipatie in hun ogen vooral een kwestie van kiezen is of zij wel of niet willen werken en of zij zichzelf zouden moeten ontwikkelen middels bijvoorbeeld een opleiding. Volgens Elma Drayer betekent emancipatie echter niet alleen maar het verwerven van rechten, maar ook dat je als vrouw bepaalde plichten hebt. Waarom zou je na het volgen van een kostbare opleiding, deels op kosten van de samenleving, je bijvoorbeeld niet verplicht voelen hier iets mee te doen? Of waarom maakt het feit dat je gebruik maakt van voorzieningen, maar geen belasting betaalt niet dat je een verplichting hebt richting de maatschappij?

Drayer vindt dat vrouwen zichzelf onterecht in deze uitzonderingspositie hebben geplaatst. Daarbij is het ook nog eens tekenend dat indien de partner op een dag zou thuiskomen en zelf zou aangeven niet zoveel zin te hebben om te werken, halve dagen gaat werken en een leuke creatieve cursus wil gaan doen doen dit andersom door dezelfde vrouwen nooit geaccepteerd zou worden? Is het dan wel fair wat Nederlandse vrouwen (niet) doen en zouden zij niet veel minder hun verantwoordelijkheid moeten onlopen om te werken?