Nieuwsbrief

Evenementen

    Geen evenementen

De groei van hoofd baby voorspelt hoogte IQ

Een grote toename van de omtrek van het hoofd in de eerste maand na de geboorte, leidt tot een bovengemiddeld hoog IQ op 6-jarige leeftijd. Ook een aanzienlijke gewichtstoename in diezelfde periode wijst op een relatief goede ontwikkeling van het IQ en dan met name op spraakgebied. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit een onderzoek dat Australische onderzoekers van de Universiteit van Adelaide in het wetenschappelijk tijdschrift Pediatrics hebben gepubliceerd.

In het onderzoek werden de gegevens van meer dan 13.800 baby’s verzameld en geanalyseerd. Hieruit bleek dat kinderen waarvan het lichaamsgewicht in de eerste maand van hun leven met 40% toeneemt, op 6-jarige leeftijd circa 1.5 punt hoger scoren bij met name het spraakgedeelte van IQ-tests dan baby’s die maar 15% in gewicht taankomen. Dat de groei van een babyhoofdje ook een relatie kent met de ontwikkeling van intelligentie is volgens de onderzoekers niet zo verwonderlijk. De omtrek van het hoofd zegt namelijk iets over het hersenvolume. Een relatief grote toename bij een pasgeboren baby suggereert zodoende snelle hersengroei.

De studie toont volgens de onderzeokers aan dat de voeding in de eerste weken na de geboorte van een baby nauwgezet in de gaten moet worden gehouden. Indien de baby onvoldoende groeit, bijvoorbeeld omdat de borstvoeding niet goed op gang komt, zou er volgens de onderzoekers sneller moeten worden ingegrepen.

 

Nieuwe bloedtest kan zwangerschapsdiabetes voortijdig voorspellen

Zwangerschapsdiabetes, is een vorm van diabetes die zich ontwikkelt tijdens de zwangerschap. Het zorgt ervoor dat het glucoseniveau in het bloed hoger is dan normaal. Dit kan aanzienlijke risico’s opleveren voor de gezondheid  van ongeboren baby’s. Zwangerschapsdiabetes kan worden beheerst met behulp van een goede voeding, lichaamsbeweging en medicatie. Vroegtijdige diagnose en behandeling is echter cruciaal voor vrouwen om complicaties tijdens de zwangerschap te voorkomen.

Om beter in een vroeger stadium de aandoening te kunnen identificeren, hebben onderzoekers van de Medical University Tokyo een test ontwikkeld waarmee zwangere vrouwen hun bloed kunnen testen om te identificeren of zij  risico lopen op het nog ontwikkelen van zwangerschapsdiabetes. Op dit moment kan halverwege de zwangerschap – bij 24 tot 28 weken – een test worden uitgevoerd om zwangerschapsdiabetes op te sporen. Het is echter noodzakelijk dat zwangerschapsdiabetes nog eerder wordt opgespoord ten behoeve van vroege interventie of preventie. Het onderzoek werd gepubliceerd in het Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism (JCEM) De Endocriene Maatschappij.

De onderzoekers geven aan dat op dit moment enkel vrouwen die te maken hebben met risicofactoren zoals overgewicht of een familiegeschiedenis van zwangerschapsdiabetes, eerder in de zwangerschap worden gescreend. Vrouwen die deze risicofactoren niet kennen, worden pas in het tweede trimester gediagnosticeerd. Een vertraging in de diagnose betekent echter vaak dat therapieën minder effectief zijn.

Indien niet goed behandeld of onbehandeld, kan zwangerschapsdiabetes het risico van geelzucht te verhogen, ademhalingsproblemen en hypoglykemie bij het pasgeboren kind. Meer extreme bijwerkingen van ongecontroleerde zwangerschapsdiabetes betreffen het risico van vroeggeboorte en zelfs de dood van het kind vóór of kort na de geboorte.

Door eerder onderzoek heeft het onderzoeksteam vastgesteld dat het eiwit renine receptor (P) RR een belangrijke rol speelt in de aanmaak en functie van het enzym vacuole H +-ATPase (v-ATPase). De verstoring van de functies van dit enzym leidt tot de ontwikkeling van zwangerschapsdiabetes. Het meten van niveaus van s (P) RR – de oplosbare vorm van (P) RR die gevonden kan worden in de bloedbaan – zou kunnen helpen voorspellen of zwangere vrouwen uiteindelijk zwangerschapsdiabetes ontwikkelen.

Met de test, analyseerde het team het bloed van 716 zwangere vrouwen in hun eerste trimester op het niveau van s (P) RR. Van de deelnemers van de studie, ontwikkelden 44 vrouwen uiteindelijk zwangerschapsdiabetes.

Dit testresultaten toonden aan dat vrouwen met verhoogde niveaus van s (P) RR in hun bloed inderdaad een grotere kan kadden op het ontwikkelen van zwangerschapsdiabetes. Deze kans was maar liefst 2,9 keer groter dan de vrouwen met de laagste niveaus. De verhoogde niveaus van s (P) RR suggereren volgens de onderzoekers dus inderdaad de moeders last hebben van vertraagd metabolisme, waardoor het risico op zwangerschapsdiabetes vergoot wordt. De test heeft zodoende een belangrijke preventieve functie.

 

Twijfels of bedrust bij moeilijke zwangerschap vroeggeboorte kan voorkomen

Uit nieuw onderzoek blijkt dat bedrust bij moeilijke zwangerschappen geen vroeggeboorte zou voorkomen, en misschien zelfs het risico daarop kan verergeren. Artsen weten al jaren dat er geen goed bewijs dat bedrust voordeel biedt bij bepaalde zwangerschapscomplicaties. Toch worden naar schatting bijna 1 op de 5 aanstaande moeders verteld om haar activiteitenniveau te beperken – variërend van stoppen met werken tot daadwerkelijk de hele dag in bed liggen – op een bepaald moment tijdens de zwangerschap.

“Bedrust is verkeerd waargenomen als een goedkope, onschadelijke, logische aanbeveling,” schrijft Dr Joseph Biggio Jr van de Universiteit van Alabama in Birmingham in het laatste nummer van Obstetrie & Gynaecologie.

Drie verloskundigen en ethici aan de Universiteit van North Carolina, Chapel Hill, gaan nog een stap verder: Ze geven aan dat het niet ethisch is om bedrust te blijven voorschrijven, tenzij de vrouwen zijn ingeschreven in een onderzoek, zoals ze zijn voor andere onbewezen behandelingen.

Dus waarom is rust zo vaak voorgeschreven? Er zijn niet veel goede behandelingen om vroeggeboorte en andere problemen te voorkomen. “Patiënten willen dat je iets doet, en de artsen willen dat ook,” verklaarde Dr Catherine Spong, een specialist bij de National Institutes of Health en co-auteur van het laatste onderzoek.

Spong en collega’s deden een studie naar de behandelingen van 646 zwangere vrouwen met een risico op vroeggeboorte Bijna 40 procent van deze vrouwen kregen voorgeschreven dat zij in meer of mindere mate hun activiteitsniveau moest beperken in het tweede of derde trimester. De meesten hiervan kregen te horen dat dit bedrust moest inhouden. Echter, 37 procent van de vrouwen die de voorzorgsmaatregelen nam had een premature baby, vergeleken met slechts 17 procent van de vrouwen die hun activiteitsniveau niet verlaagden, rapporteren de onderzoekers in Verloskunde & Gynaecologie.

De gegevens suggereren dat bedrust vroeggeboorte niet kan voorkomen. Wel geven de onderzoekers aan dat dit nog geen definitieve conclusie is. Ze zien graag dat er nog nauwgezetter onderzoek plaatsvindt, waarin vrouwen op willekeurige basis bedrust of geen bedrust als behandeling toegewezen krijgen, om te bewijzen of er een verschil bestaat.

 

Hoe kunstvoeding het aantal vrouwen dat borstvoeding geeft kan verhogen

Met een groeiende omvang aan bewijsmateriaal ter ondersteuning van de voordelen van borstvoeding voor zowel moeder en baby, geven volksgezondheid deskundigen telkens een ziekenhuis een “Baby-Friendly”-status, wanneer het ziekenhuis het geven van borstvoeding voldoende stimuleert. Dit behelst onder meer het niet scheiden van moeders en baby’s na de bevalling en het aanbieden van kunstvoeding enkel indien dit medisch noodzakelijk wordt geacht. Volgens recent onderzoek, blijkt echter één van de verrassende manieren om het aantal nieuwe moeders dat borstvoeding geeft te verhogen het geven van kunstvoeding kan inhouden.

Uit een kleine studie gepubliceerd in het tijdschrift Pediatrics blijkt dat het geven van een beetje kunstvoeding aan pasgeborenen het aantal vrouwen dat borstvoeding geeft zou stimuleren. Achtergrond hiervan is dat het moeders de zekerheid kan geven die ze nodig hebben om te blijven volhouden met het geven van borstvoeding, zeggen de auteurs van de studie.  De studie, van de Universiteit van Californië, San Francisco (UCSF), volgde 40 pasgeboren baby’s die minstens 5% van hun geboortegewicht hadden verloren tegen de tijd dat ze 36 uur oud waren. Wanneer baby’s 10% van hun geboorte gewicht verliezen worden kinderartsen bezorgd dat de baby’s een risico op andere gezondheidsproblemen lopen.

Voor het onderzoek, gaven de onderzoekers de helft van de baby’s een paar dagen na de geboorte tot twee theelepels kunstvoeding na elke borstvoeding via een spuit, zodat er geen “tepel verwarring” ontstond. Moeders werden geïnstrueerd om de kunstvoeding suppletie te staken zodra hun melkproductie op gang was gekomen, wat over het algemeen twee tot vijf dagen duurt. De andere helft van de baby’s kregen uitsluitend borstvoeding, tenzij de dokter aangaf dat het geven van kunstvoeding medisch noodzakelijk was.

Na drie maanden, gaf nog 79% van de groep die additioneel kunstvoeding had toegediend uitsluitend nog borstvoeding, hetgeen aanzienlijk meer was dan de 42% van de moeders in de groep die oorspronkelijk geïnstrueerd waren om enkel borstvoeding te geven.

Hoewel het contra-intuïtief lijkt, vermoeden de onderzoekers dat de invoering van een kleine hoeveelheid van kunstvoeding moeders een veilig gevoel geeft dat hun baby’s geen honger hebben en gewicht verliezen in de eerste dagen van hun leven. Dit geeft hen waarschijnlijk het vertrouwen om uitsluitend over te gaan op het geven van borstvoeding. In de VS, beginnen de meeste moeders met borstvoeding, maar slechts 40% doet dit nog steeds na zes maanden en slechts 20% maakt een jaar vol. “Deze studie gaat echter in tegen alles wat er verschenen is de afgelopen jaren van zeer betrouwbare onderzoekers over de mogelijke gevaren van het geven van kunstvoeding als aanvulling op borstvoeding”, zegt dr. Kathleen Marinelli, een associate professor in de kindergeneeskunde aan de Universiteit van Connecticut School of Medicine en voorzittervan de Amerikaanse Borstvoeding Comite. Tanya Lieberman, een lactatiekundige die schrijft over wetenschappelijk onderzoek naar borstvoeding, zegt dat ze “een beetje in de war” door de resultaten. “We weten al jarenlang wat werkt om het geven van exclusief borstvoeding en de duur ervan te verhogen en dat is geen suppletie, tenzij het medisch noodzakelijk is.”

De onderzoekers geven aan dat de resultaten van de studie niet noodzakelijk van toepassing zijn op alle baby’s. Het is een potentieel instrument voor moeders om te overwegen wanneer ze denken dat het nuttig zou kunnen zijn. Het uiteindelijke doel van het onderzoek was om een ​​manier te vinden om meer moeders te ondersteunen in het geven van borstvoeding gedurende een langere termijn.

 

Leiden Tiger Moms tot perfecte of verpeste kinderen?

Aan alle huidige en toekomstige Tiger Moms: extreme ouderschapsmethodes werken niet en kunnen op lange termijn schadelijk zijn voor uw kinderen blijkt uit onderzoek. Voor degenen die niet bekend zijn met de term, een ‘Tiger Mom’ is een zeer strenge moeder die haar kinderen pusht om hard te werken aan hun studie en zelfs hun vrije tijd inperkt, zodat ze voortdurend hoge cijfers behalen.Het concept van Tiger Moms ontstond met de publicatie van de ouderschap memoires van Tiger Mother Amy Chua in 2011. De Yale professor beschreef in het boek haar ervaringen over opvoeding van haar twee dochters met haar niet-Aziatische man. Dit behelste onder meer het verbod op tv en sociale activiteiten zoals logeerpartijtjes, veeleisende strenge straffen bij slechte cijfers.

Veel ouderschap deskundigen hebben hun afschuw geuit ten aanzien van de meedogenloze methoden van Chua, maar het is moeilijk om de resultaten van de opvoeding te negeren. Haar oudste dochter Sophia speelde de klassieke piano in de Carnegie Hall op 14 jarige leeftijd en werd later toegelaten tot zowel Harvard als Yale. Sophia’s jongere zus Louisa is een viool wonderkind.

De Tiger Mom blijkt een fenomeen dat volgens Su Yeong Kim, professor van menselijke ontwikkeling en familie wetenschappen aan de Universiteit van Texas, van groot belang is blijkt uit haar onderzoek naar de levensstijl van meer dan 300 Aziatisch-Amerikaanse families in de afgelopen 10 jaar. De onlangs vrijgegeven studie toonde aan dat een ongezond percentage van de kinderen van ouders die als “Tiger” ouders waren geactegoriseerd lagere academische prestaties bereikten in combinatie met een verhoogde psychologische onaangepastheid in tegenstelling tot de kinderen van ouders die werden gecategoriseerd als “ondersteunend”.

In eenvoudige bewoordingen, hadden veel Tiger Mom nakomelingen slechtere cijfers en werden meer depressief en vervreemd van hun ouders. Kinderen van ondersteunende ouders, deden het juist vaak beter op school, waren minder vatbaar voor depressie en voelden een stevige band met hun vader en moeder.
Maar zoals met alle ouderschapskwesties, zijn ook deze studieresultaten aanleiding voor een debat.

Hoe ga je om met weer werken na je zwangerschapsverlof?

Je bent vergeetachtig, de hormonen gieren door je lijf en je maakt korte nachten, maar boven alles ben je verliefd. Verliefd op je kindje die je nog maar net hebt mogen leren kennen nadat je hem veilig 9 maanden in je buik hebt gekoesterd. Het krijgen van een kind is grootser en meeslepender dan je ooit had gedacht. Je verlof is een periode waarin je je kindje intensief in je buurt hebt, maar als snel breekt de dag aan dat je weer aan het werk moet.

Huilend neem je afscheid van je kind voor je weer voor het eerst gaat…. Voor je verlof heb je nog ambitieuze afspraken gemaakt met je manager over het aantal uren dat je nog zou blijven werken. Het zou jou niet overkomen dat je als moeder alleen nog maar in je eigen kleine wereldje zou willen blijven zitten waarin je kind de hoofdrol speelt. Dus je gaat aan het werk. Je werk is immers leuk en belangrijk voor je ontwikkeling. Ook moet je financieel zelfstandig zijn en vooral niet leunen op het inkomen van je partner. En waarom zou je niet weer aan het werk kunnen, je bent toch niet ziek? Klinkt allemaal logisch, maar waarom voelt het dan zo ontzettend naar?

Het zo pijnlijke afscheid doet grote twijfels rijzen of je wel de juiste keuze maakt. Je hebt een nieuwe bestemming gevonden voor jezelf, namelijk bij je kind zijn, en niet op je werk. Hoe komen ze erbij dat je na circa 3 maanden klaar bent om het zo intensieve contact zo bruut af te kappen? Het is niet voor niets dat ons omringende landen een veel langer zwangerschapsverlof kennen dan Nederland tot wel een jaar. In Nederland zul je het echter moeten doen met een veel kortere periode, ouderschapsverlof en vakantiedagen.

Klinkt bovenstaande herkenbaar? Hoewel het lastig is: laat deze tijdelijke toestand geen basis zijn om grote beslissingen voor misschien wel de rest van je leven te nemen, zoals het geheel stoppen met werken of een baan onder je niveau aan te nemen.

Je kunt het jezelf gemakkelijker maken om te wennen aan de overgang van verlof naar het werkende bestaan. Hier zijn enkele tips.

  • Maak het jezelf niet te moeilijk en wees niet perfectionistisch. Met de komst van je kind zal het je helaas niet meer lukken om alles tip top in orde te hebben. Leg je er bij neer en wees tevreden met wat je wèl lukt, dat maakt je leven een stuk prettiger.
  • Geef dingen uit handen aan je partner. Hoewel het niet altijd gemakkelijk is is het belangrijk een aantal zaken uit handen te geven. Dit is zowel belangrijk voor jezelf, maar ook voor de betrokkenheid van je partner. Als je samen met je partner alsnog tijd tekort komt, zoek dan naar een andere oplossing als het aantrekken van een schoonmaakster of de bezorging van de boodschappen. Op deze wijze houd je tijd en energie over voor belangrijke dingen.
  • Accepteer dat je lijf de komende tijd nog niet altijd even goed meewerkt en dat je vergeetachtig bent. Het is slechts van tijdelijke aard, als je volledig ontzwangerd bent komt dit weer helemaal goed.
  • Denk na over de dingen die je energie geven en kies hier iets uit op de momenten dat je het allemaal even niet ziet zitten. Het is belangrijk aandacht te geven aan jezelf.
  • Neem ouderschapsverlof of vakantiedagen op om het aantal werkdagen langzaam op te bouwen.
  • Houd contact met je werkgever tijdens je verlof, zowel voor als na de bevalling. Terugkomen is namelijk gemakkelijker als je betrokken blijft.
  • Maak een plan van aanpak voor het terugkomen op werk en bespreek dat met je werkgever. Hierbij zorg je ervoor dat je niet direct het diepe in duikt maar eerst bijvoorbeeld met wat makkelijkere taken begint. Evalueer vervolgens na de eerste week met je leidinggevende en bespreek samen wat goed gaat en wat beter zou kunnen.. Kom je erachter dat je misschien toch te veel hooi op je vork hebt genomen of anderszins, dan kun je hierover goede afspraken over maken.

 

Schildklierklachten verhoogt de kans op zwangerschapscomplicaties

De conditie van de schildklier kan risico’s met zich meebrengen voor zwangere vrouwen en hun baby’s. Problemen aan de schildklier kunnen gewoonlijk gemakkelijk gecontroleerd worden door dagelijks de juiste medicatie te gebruiken en hormoontherapie toe te passen. Echter, zijn de risico’s van lage of hoge schildklierhormoonniveaus sterker aanwezig tijdens een zwangerschap.Uit onderzoek gepubliceerd in het Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism blijkt dat het risico op complicaties gedurende de zwangerschap hoger wordt voor zowel vrouwen met een traag werkende schildklier of hypothyreoïdie, en als vrouwen met een overactieve schildklier of hyperthyreoïdie. Met behulp van gegevens van 223.512 zwangerschappen, kwamen de onderzoekers tot deze ontdekking. Het is daarom van groot belang om tijdens de zwangerschap een aandoening aan de schildklier nauwgezet te monitoren en te behandelen.

In de Verenigde Staten, hebben minstens 80.000 zwangere vrouwen elk jaar schildklierklachten aldus de hoofdauteur van de studie, Dr Tuija Männistö. Normaal gesproken krijg je met een tekort aan schildklierhormoon het synthetische hormoon levothyroxine toegediend om dat aan te vullen. Er treden echter wijzigingen op in de aanmaak van schildklierhormonen tijdens de zwangerschap van vrouwen. De onderzoekers concludeerden dat tot 60 procent van de vrouwen behandeld met levothyroxine verhoogde niveaus van thyrotropine, hetgeen een schildklier-stimulerend hormoon betreft. Dit wijst op de behoefte aan maatwerk aanpassingen in de behandeling van zwangere vrouwen met schildklierklachten. Volgens de studie zou een slechte controle van hyperthyreoïdie, een teveel aan schildklierhormonen, tijdens de zwangerschap leiden tot een verhoogd risico op een miskraam en doodgeboorte.

De onderzoekers geven aan dat er meer onderzoek gedaan moet worden naar de verbetering van de behandeling van schildklier aandoeningen en de relatie die er zou bestaan met een zwangerschap. De gegevens uit dit onderzoek suggereren volgens hen ofwel dat er een behoefte bestaat aan betere behandeling van schildklierziekten tijdens de zwangerschap owel dat er mogelijk een intrinsiek aspect van schildklierziekte zwangerschapscomplicaties veroorzaakt.

 

Echtscheiding gekoppeld aan kinderen die uit huis gaan

Het aantal Australische huwelijken dat wordt beëindigd na 20 jaar – wanneer de kinderen het ouderlijk huis verlaten hebben – is meer dan verdubbeld in een generatie, toont nieuw onderzoek aan. Het Australische Instituut van Family Studies kwam tot deze ontdekking.Het rapport toont aan dat het aantal huwelijken eindigt na 20 jaar van 13 procent in 1980 tot 28 procent is gestegen in 2011. De gemiddelde leeftijd voor vrouwen om te scheiden is 42, in vergelijking met mannen op leeftijd 45.

Achtergrond van dit aantal is dat vrouwen vaak ongelukkig werden zodra hun kinderen verhuisd van huis, omdat veel echtparen ervoor kiezen de focus te leggen op de kinderen en niet op de relatie. De directeur van het Australische instituur, Alan Hayes, geeft aan dat in 60 procent van de gevallen vrouwen de echtscheidingen hebben geïnitieerd. Deze vrouwen hebben ook meer kans om hun leven verder op te pakken en hertrouwen vaak met jongere vrouwen mannen van middelbare leeftijd.

 

Overeten wordt aangeleerd in babytijd

Op de lange termijn, zou het stimuleren van een baby om het laatste slokje uit de fles te nemen meer kwaad dan goed doen. Hoewel de calorieën al snel verbranden, ontstaat er een slechte gewoonte die obesitas zou bevorderen. Sociologie professoren Ben Gibbs en Renata Forste aan de Brigham Young University ontdekten dat wanneer kinderen al overgewicht op de leeftijd van twee hebben, het duidt op een traject waarin het kind ook gedurende de kindertijd en adolescentie maar ook als volwassene ernstig overgewicht zal hebben.De onderzoekers analyseerden de gegevens van meer dan 8.000 gezinnen en kwam tot de ontdekking dat baby’s die de fles kregen en daarbij gestimuleerd werden deze volledig op te drinken 2,5 keer meer kans hadden op overgewicht hadden als peuter dan baby’s die borstvoeding kregen gedurende de eerste zes maanden. Ook het te vroeg introduceren van vast voedsel – vóór vier maanden oud – verhoogd het risico op obesitas van een kind.

Borstvoeding leent zich er goed voor om baby’s om te leren wat een vol gevoel is en zelf te stoppen met eten. Een zelfde vaardigheid kan worden ontwikkeld door zuigelingen die kunstvoeding krijgen. Mits een ouder het kind niet aanmoedigt om de hele fles op te maken, maar op te houden met voeden wanneer het kind zelf aangeeft vol te zitten.

Het aantal moeders dat borstvoeding geeft het laagst in arme en lager opgeleide gezinnen. Sally Findley, een volksgezondheid hoogleraar aan de Columbia University, zegt dat de nieuwe studie aantoont dat dit de voornaamste reden is dat obesitas kinderen het hardst raakt onder de armoedegrens.  Het volgende project voor de onderzoekers Gibbs en Forste is om het verband tussen borstvoeding en cognitieve ontwikkeling in de kindertijd opnieuw te evalueren. Forste heeft eerder onderzoek gepubliceerd over de reden waarom vrouwen stoppen met borstvoeding. Volgens de onderzoeker is de gemeenschap op zoek naar de oorsprong van de obesitas-epidemie, en meer en meer proberen wetenschappers die te zoeken in de vroege jeugd van kinderen.

Sommige zwangere vrouwen missen de voordelen van betrokken vaders

We hebben allemaal verschillende verwachtingen over hoe betrokken vaders moeten zijn tijdens de zwangerschap en bevalling. In het Verenigd Koninkrijk, wordt het over het algemeen gezien als een goede zaak en onderzoek begint nu ook aan te tonen dat het er toe doet in relatie tot het welzijn van moeder en kind. Eerder onderzoek heeft zich vooral gericht op witte middenklasse gezinnen, maar nu heeft ook een bredere studie bevestigt dat de betrokkenheid van vaders de gezondheid van de moeder en het kind kunnen beïnvloeden. Ongeveer 4.500 nieuwe moeders gaven informatie over vaders in een nationale enquête over de ervaring van vrouwen van de kraamzorg.

De kans blijkt groter dat mannen betrokken zijn bij het eerste kind.  Dit kan te maken hebben met het feit dat wanneer er meer kinderen zijn er meer kans is dat de vader bezig is met de zorg van de andere kinderen na de geboorte van een nieuw kind. Verder heeft dit ermee te maken dat de vaders het krijgen van het eerste kind ervaren als een levensveranderende gebeurtenis.

Rekening houdend met een slechtere respons van vrouwen in achterstandsgroepen en allochtonen, werd geconcludeerd dat de partners van de blanke vrouwen en mensen die in meer welvarende gebieden meer kans hadden om betrokken vaders te hebben.

Vrouwen die een meer betrokken partner hebben, hebben meer kans om eerder met prenatale zorg te starten en hebben meer controles en echo’s. Dit leidde tot een betere gezondheid na de geboorte en betekende ook dat vrouwen vaker borstvoeding gaven. Betrokkenheid kan verschillende dingen betekenen zoals emotionele of praktische steun. Sommige vaders waren ook betrokken bij het vinden van informatie of het helpen om beslissingen te nemen rondom de zwangerschap. Ook was de kans groter dat betrokken vaders ook meer hielp zodra de baby werd geboren.

Moeders hechten veel waarde aan het hebben van een ondersteunende partner die bereid is om te helpen, vooral als het hun eerste kindje betreft.  Maar de impact van de betrokkenheid van vaders reikt verder dan dat. Rekening houdend met de sociale en financiële positie van de ouders, boeken kinderen van betrokken vaders waarschijnlijk betere resultaten op het gebied van onderwijs, gedrag en ontwikkeling dan kinderen van afwezige vaders. Dit heeft te maken met de directe effecten op de zuigeling en het kind doordat steun van de partner resulteert in lagere niveaus van maternale stress gedurende de zwangerschap . Hiernaast wordt gesuggereerd dat het hebben van een ondersteunende partner tijdens de zwangerschap gezondere gewoonten bij vrouwen zou stimuleren.