De zwangerschap heeft verschillende gevolgen voor je lichaam. We noemen er enkele:

• Je borsten. Tijdens je zwangerschap worden je borsten voller omdat de melkklieren zich voorbereiden op het geven van borstvoeding. Ook je tepels en tepelhoven kunnen groter worden en de kleur ervan donkerder worden. Doordat je borsten forser worden kun je soms kriebel of pijn aan je borsten hebben. Hier kun je helaas niet veel aan doen. Zorg voor goede ondersteuning van je borsten, met een goede BH. Het komt vaak voor dat je tijdelijk nieuwe BH’s moet halen, omdat je borstel zo gegroeid zijn.
• Je buik. Je buik wordt natuurlijk dikker. Hoe snel je buik dikker wordt en hoe dik hij aan het einde van de zwangerschap is verschilt per vrouw. Het heeft daarom ook geen zin om jouw buik met die van andere vrouwen te vergelijken. De grootte van je  buik hangt onder meer af van de manier waarop je je baby draagt. Als je baarmoeder meer naar voren ligt, dan zal je bijvoorbeeld sneller een dikkere buik hebben. Hetzelfde geldt als je klein van stuk bent. Als richtlijn kun je aanhouden dat je rond de vierde maand op zoek zou kunnen gaan naar zwangerschapskleding.
• Je gewicht. Je gewicht neemt toe als je zwanger bent. Het gewicht dat je aankomt bestaat uit verschillende aspecten: gewichtstoename baarmoeder en borsten, extra vet en vocht, vruchtwater, je placenta en vliezen, je baby en extra aangemaakt bloed. Maak je niet teveel zorgen over je gewichtstoename en zorg vooral dat je gezond eet en je baby gezond ter wereld brengt. Ga dan ook nooit lijnen tijdens je zwangerschap. Na je zwangerschap kun je eventuele overgebleven kilo’s langzaam weer kwijt gaan raken. Wil je een richtlijn hebben van wat een gezond aantal kilo’s zou zijn om aan te komen, afhankelijk van je BMI (Body Mass Index) op het moment dat je zwanger wordt, dan helpt onderstaande tabel hierbij.

• Je geur- en smaakvermogen. Tijdens je zwangerschap ruik en proef je sterker. Het kan zijn dat je soms niet tegen bepaalde geuren kan, waar je voorheen geen last van had. Ook kun je ineens hele andere dingen lekker gaan vinden.
• Je huid en haar. Je haar wordt vaak voller of vetter tijdens je zwangerschap. Ook kan het voorkomen dat je ineens krullen krijgt of juist heel slap haar terwijl je dat normaal gesproken niet hebt. Door hormonen kan je huid veel vetter of juist droger worden. Ook kun je meer last krijgen van pukkels. Daarnaast kun je last krijgen van striae. Dit zijn onderhuidse scheuren in het bindweefsel die zorgen voor rode strepen op je huid die littekens nalaten. Striae ontstaan bij je buik, borsten, billen en bovenbenen, de plekken waar je tijdens je zwangerschap snel groeit. Ondanks de reclames van crèmes die anders beweren, zullen de littekens helaas niet meer weggaan.
• Misselijkheid. Vooral in de eerste 16 weken van je zwangerschap kun je last hebben van misselijkheid, veroorzaakt door het zwangerschapshormoon HCG dat in deze periode wordt aangemaakt. Soms kun je je alleen in de ochtend misselijk voelen en soms de hele dag. Om de misselijkheid draaglijk te maken is het verstandig direct als je wakker wordt (voordat je opstaat) iets lichts als een beschuitje te eten en er iets bij te drinken. Eet verder liever kleine porties de hele dag door in plaats van drie grote maaltijden.
• Moeheid en slecht slapen. Vooral in de eerste en laatste maanden kun je last hebben van moeheid. In de eerste vier maanden is je lichaam druk met de ontwikkeling van je baby. In deze periode worden de meeste organen gemaakt. Daarnaast is je lichaam zich aan het aanpassen aan alle hormonale wijzigingen. Dit kost energie en maakt dat je mee moe bent dan normaal. Na vier maanden zulen je merken dat je weer meer energie hebt, waarna je in de laatste maanden van je zwangerschap weer meer rust nodig hebt door het extra gewicht dat je meedraagt. Verder zul je merken dat je soms slecht kunt slapen. Dit heeft er mee te maken dat je vaak moet plassen, je baby actief wordt en –later in de zwangerschap- het lastig is een prettige slaaphouding te vinden.
• Een hoge of juist lage bloeddruk. Gemiddeld hebben volwassenen een bloeddruk van 120/80. Veel zwangere vrouwen hebben echter last van een lage bloeddruk, namelijk één van de bloeddruk 90/60 of lager. Bij elk bezoek aan de verloskundige zal je bloeddruk worden gemeten. Een lage bloeddruk is niet gevaarlijk voor jezelf en de baby, maar prettig is anders. Tijdens je zwangerschap wordt er meer bloed aangemaakt en moet je hart meer pompen om ook de placenta van bloed te voorzien. Door de hormonen zijn de wanden van je bloedvaten wat zwakker. Hierdoor wordt het bloedvat wijder en zal het bloed minder snel stromen. Bij een normale bloeddruk wordt het bloed op het juiste tempo door je lichaam gepompt, bij een lage bloeddruk gebeurt dit echter langzamer. Hierdoor kun je je erg moe en duizelig voelen. Hoewel je weinig kunt doen tegen een lage bloeddruk, kun je er wel voor zorgen dat je er zo min mogelijk last van hebt. Sta bijvoorbeeld niet te snel op en ga zitten met je hoofd tussen je knieën als je staat en duizelig wordt. Een zout dropje of een tussendoortje eten kan ook helpen. Een (te) hoge bloeddruk komt minder vaak voor tijdens de zwangerschap en kan wel gevaarlijk zijn voor jezelf en de baby. Wanneer de onderdruk 90 of hoger is, dan spreek je van een hoge bloeddruk. Een hogere bloeddruk kan vervelende complicaties hebben. Zo kunnen je nieren en lever minder goed werken en kan je kindje een groeiachterstand oplopen. Als je een hoge bloeddruk hebt, dan zal je extra goed in de gaten worden gehouden door de verloskundige of de gynaecoloog. Er is niet veel te doen aan een hoge bloeddruk kan doen, veelal zal rust worden voorgeschreven. Wanneer je bloeddruk een gevaarlijke hoogte heeft kan het nodig zijn dat je in het ziekenhuis wordt opgenomen.

Leuk of Interessant? Deel het!

Twitter

Facebook

Pinterest

email