Aantal thuisbevallingen die eindigen in ziekenhuis fors afgenomen
Het aantal zwangere vrouwen dat tijdens de thuisbevalling in verband met complicaties alsnog in het ziekenhuis belandt, is fors afgenomen. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS op verzoek van Trouw, waarvoor data werd gebruikt afkomstig uit de jaarlijkse Gezondheidsenquête, die wordt ingevuld door circa tienduizend vrouwen.
In de jaren 2014 en 2015 moest 6,4% van de zwangere vrouwen ongepland op het laatste moment naar het ziekenhuis in verband met complicaties die waren opgetreden bij de thuisbevalling. Dit percentage was in de jaren 2010 en 2011 nog ongeveer het dubbele met 13%.
Van 2010 tot 2015 ging het aantal bezoeken naar het ziekenhuis van 16.000 naar 7800 van de gemiddeld 175.000 bevallingen per jaar. De cijfers van het CBS zijn interessant omdat gynaecologen en verloskundigen bij het opstellen van een nieuwe richtlijn over geboortezorg scherp van mening verschillen. Gynaecologen willen alle zwangere vrouwen zien om risico’s te kunnen inschatten, verloskundigen zien die noodzaak niet. De daling van het aantal halsoverkop ziekenhuisbezoeken valt samen met het al langer teruglopende aantal thuisbevallingen in Nederland (30% tussen 2010 en 2015).
Guid Oei, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Gynaecologen (NVOG) ziet hiertussen een verband. Ook geeft Oei aan dat de samenwerking tussen gynaecologen en verloskundigen de afgelopen jaren is verbeterd om de relatief slechte cijfers qua babysterfte in Nederland aan te pakken. Met 9 op de 1000 sterfgevallen bij baby’s heeft Nederland in 2010 (het laatste jaar waarover Europese cijfers zijn) een relatief hoog sterftecijfer. Alleen in Frankrijk, Hongarije, Roemenië en Letland lag het aantal sterftegevallen onder baby’s hoger. Doordat zwangeren vaker een gynaecoloog zien, worden risico’s beter ingeschat, is de mening van Oei.
De Nederlandse Vereniging van Verloskundigen (KNOV) ziet niet per se een verband tussen het dalende babysterftecijfer en het dalende aantal thuisbevallingen. Secretaris van de wetenschapscommissie Greta Rijninks geeft aan dat er een kloof bestaat tussen wat vrouwen zélf als complicatie zien (vertegenwoordigd door de CBS-cijfers) en wat zorgverleners registreren als complicatie. Het aantal vrouwen dat met een werkelijke complicatie naar het ziekenhuis moet vanaf huis is volgens Rijninks stabiel.