Nieuwsbrief

Evenementen

    Geen evenementen

Ouder en kind

Delen van ouderlijk bed met baby vergroot risico wiegendood

Uit recent onderzoek uitgevoerd door de Murdoch University blijkt dat wanneer ouders het bed delen met hun baby dit de kans dat het kind overlijdt door wiegendood vervijfvoudigd. Dit, terwijl eerder in een studie, gepubliceerd in het British Medical Journal Open, geconcludeerd werd dat het risico zeer laag is indien de moeder borstvoeding geeft en geen alcohol of drugs gebruikt.De bevindingen op een verhoogd risico op wiegendood komen voort uit een studie van 1472 Sudden Infant Death Syndrome (SIDS) gevallen en 4679 controle gevallen uit Australië, het Verenigd Koninkrijk en Europa. Het betreft de grootste studie ooit naar wiegendood.

De onderzoekers ontdekten dat het delen van het bed met een baby aanzienlijk is toegenomen in het afgelopen decennium. Tussen de 30 en 50% van de ouders delen een bed met hun baby op een gegeven moment. Het risico op wiegendood als gevolg van het bed delen neemt af naarmate de baby ouder wordt. Echter had maar liefst 88% van de sterfgevallen die zich voordeden terwijl het bed gedeeld werd waarschijnlijk niet plaatsgevonden indien de baby op de rug in een eigen wieg gelegd zou zijn door de ouders.

De onderzoekers doet een oproep richting ouders de ernstige gevolgen van samen slapen niet te negeren en vinden het belangrijk ouders goed te blijven informeren over een veilige slaapomgeving. Hierbij is het advies dat baby’s op hun rug slapen in hun eigen bedje naast het bed van de ouders te slapen worden gelegd gedurende de eerste zes tot 12 maanden.

Welke dagelijkse dosis vitamine D hebben baby’s nodig?

Zorgverleners adviseren ouders hun baby dagelijks een vitamine D-supplement geven. Vitamine D wordt ook wel de “zon vitamine” genoemd. Met voldoende zon, kunnen de meeste mensen de vitamine namelijk zelf aanmaken. Omdat baby’s uit de zon worden gehouden, krijgen zij hiervoor een supplement. Vitamine D is vooral belangrijk voor baby’s in de eerste 12 maanden van het leven wanneer botten snel groeien.De juiste hoeveelheid vitamine D die gegeven moet worden is echter een onderwerp van discussie. Huidige aanbevelingen over hoeveel vitamine D een baby dagelijks nodig heeft om gezonde botten op te bouwen en rachitis te voorkomen lopen sterk uiteen. In Frankrijk en Finland is de aanbevolen dagelijkse dosis 1000 IU, terwijl de World Health Organization een aanbevolen dagelijkse dosis van 400 IE hanteert. De Canadese Pediatrische Maatschappij hanteert daarentegen weer een onderscheid tussen winter en zomer maanden en adviseert baby’s 800 IU per dag te geven gedurende de winter, wanneer baby’s krijgen minder blootstelling aan zonlich, en 400 IU in de zomer.

In een nieuwe studie, gepubliceerd in het tijdschrift van de American Medical Association, volgden onderzoekers een groep van 132 kinderen in Montreal die willekeurig verschillende dagelijkse doses vitamine D kregen toegediend (400 IU per dag, 800 IU, 1200 IU en 1600 IU) gedurende een periode van 12 maanden. Na hun initiële opname in de studie, werd het gewicht van de baby, de lengte en de hoofdomtrek gemeten, evenals de niveaus van vitamine D in hun bloed bij drie maanden, zes maanden, negen maanden en een jaar oud. Tevens werd gekeken naar hoeveel mineralen aan de botten van de baby’s werd toegevoegd als ze groeiden.

Uit het onderzoek volgde de conclusie dat 400 IE vitamine D per dag voldoende is voor de gezondheid van het kind. En dat het geven van een grotere hoeveelheid vitamine geen extra voordelen oplevert voor de baby. “Er heerst soms een gevoel dat meer geven beter is”, zegt Hope Weiler, professor in de School van Diëtetiek en Humane Voeding aan de McGill University. “Maar tot nu toe, heeft niemand de aanbevolen dagelijkse dosis vitamine D nader onderzocht om te zien wat zal resulteren in een optimale gezondheid van zuigelingen.”

 

 

 

Wetenschappelijk bewijs dat wiegen baby door moeder kalmeert

In een studie uitgevoerd door een onderzoeksteam van het Riken Brain Science Institute in Saitama, Japan, is onderzocht of er wetenschappelijk bewijs gevonden kan worden dat een moeder haar huilende baby kan kalmeren door met wiegen en schommelen. Dit blijkt inderdaad wetenschappelijk aangetoond te kunnen worden.Aanvankelijk vonden Dr Kumi Kuroda en haar onderzoeksteam van het Riken Instituut dezelfde gedragseigenschap bij jonge muizen als bij zuigelingen. Dat dezelfde reactie wordt gevonden, wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de gemeenschappelijke eigenschap bij zoogdieren dat het dragen van het kind door de moeder voor beide een kalmerend effect heeft.

De studie die gepubliceerd is in het wetenschappelijke tijdschrift Current Biology toonde ook aan dat, afgezien van de vertraging van de hartslag, het schommelen effect heeft op het zenuwstelsel van het kind. Volgens Dr Kuroda weerlegt de studie aan dat theorieën over dat het goed zou zijn om kinderen te laten uithuilen, al dan niet gedurende een langere periode. Beter zou zijn voor zowel moeder als kind het op te pakken.

Allergieën baby’s verminderen als ouders aan fopspeen zuigen

Nieuw onderzoek suggereert dat er een mogelijkheid bestaat om als ouder de allergieën van je baby te verminderen door als ouder regelmatig aan de fopspeen van je baby te zuigen.Onderzoekers aan de Sahlgrenska Academy van de Universiteit van Göteborg in Zweden volgden 174 baby’s en hun ouders gedurende een aantal jaren. De baby’s werden getest op allergieën, eczeem en astma in deze periode. Onderdeel van het onderzoek was ook de vraag op welke wijze de ouders de fopspenen van hun baby’s schoonmaakten. De onderzoekers kwamen erachter dat bijna de helft van de ouders hun eigen mond hiervoor gebruikte. Tegelijkertijd werd de conclusie getrokken dat het immuunsysteem van baby’s met een leeftijd vanaf 18 maanden, van wie de ouders ervoor kiezen om te zuigen aan de fopspeen van hun baby en zo werden blootgesteld aan het speeksel van hun ouders, verbeterd. Vanaf de leeftijd van 36 maanden hadden deze baby’s ook minder kans op eczeem.

De studie benadrukt dat een bepaalde vorm van interactie met de microbiële omgeving een goede zaak voor zuigelingen en kinderen, geeft Dr William Schaffner aan, een infectieziekten expert aan de Vanderbilt University.

 

Baby’s die heviger zweten zijn minder agressieve peuters

Twaalf maanden oude baby’s die meer zweten wanneer zij worden geconfronteerd met enge situaties tonen tijdens hun peutertijd minder agressie, toont een onderzoek aan van de Universiteit van Cardiff.

Gedurende het onderzoek werd een zweet-monitor naast voeten van eenjarige baby’s ‘ geplaatst om hun reactie te meten op lawaai en een mechanische robot. Twee jaar later werd vervolgens data verzameld van het agressieve gedrag van de kinderen. Baby’s met een sterke lichamelijke reactie op angst en woede bleken minder fysiek en verbaal agressief als peuters.

Waarom sommige baby’s een sterke fysieke reactie in de studie hadden en sommige niet is onduidelijk, maar het suggereert dat agressie bij kleuters genetisch zou kunnen zijn. Dit terwijl men altijd heeft gekeken naar de ouders of slechte omgevingen waarom een ​​kind agressief is.

Vergelijkbaar onderzoek is ook gedaan onder adolescenten en toonde vergelijkbare resultaten: hoe meer de huid reageerde op angst en woede, hoe minder agressief de adolescent. Criminologie expert Prof Adrian Raine van de universiteit van Pennsylvania zegt hierover: “Als deze nieuwe resultaten kunnen worden gerepliceerd en uitgebreid naar andere leeftijden, hebben ze mogelijk belangrijke gevolgen voor de toekomst voor het  voorspellen van agressief en gewelddadig gedrag.”

Baby’s hebben vanaf 5 maanden al bewustzijn

Voor iedereen die in de sprankelende ogen van een baby kijkt en zich afvraagt of er zich wat in dat dromerige hoofdje afspeelt, is er nu een antwoord.  Nieuw onderzoek toont aan dat baby’s al vanaf de leeftijd van 5 maanden momenten van bewustzijn en geheugen kennen.

Al decennia lang zijn neurowetenschappers op zoek naar een onmiskenbaar signaal van bewustzijn in elektrische hersenactiviteit. Dergelijke signalen zouden kunnen bepalen of verdoofde volwassenen zich bewust zijn van hun omgeving en wanneer het bewustzijn begint bij baby’s.

Studies op volwassenen tonen een zeker patroon van hersenactiviteit. Wanneer je zintuigen iets waarnemen,  zoals een bewegend object, worden de hersenen allereerst geactiveerd. Hierna wordt er een signaal afgegeven van de achterkant van de hersenen naar de prefrontale cortex, die het beeld lang genoeg in je geest houdt om het op te merken. Wetenschappers zien een piek in de hersenactiviteit wanneer de zintuigen iets ophalen, en een ander signaal, de “late slow wave,” wanneer de prefrontale cortex het bericht krijgt. Het gehele proces duurt minder dan een-derde van een seconde.

Onderzoekers in Frankrijk hebben zich afgevraagd of dit tweestaps patroon ook bij zuigelingen herkend kan worden. Hiertoe is de hersenactiviteit van meer dan 240 baby’s gemeten, waarvan de resultaten van 80 baby’s uiteindelijk bruikbaar waren in de leeftijden 5, 12 of 15 maanden. Deze baby’s kregen een foto van een gezicht op een scherm te zien gedurende een fractie van een seconde.

Cognitief neurowetenschapper Sid Kouider van CNRS, een Franse onderzoeksbureau, herkende bij baby’s vanaf 1 jaar een vergelijkbaar patroon van bewustzijn als bij volwassenen, wel was dit ongeveer drie keer trager dan bij volwassenen. Het team was verrast om te zien dat de baby’s van 5 maanden oud ook al een late slow wave lieten zien, hoewel het zwakker en meer uitgesponnen was dan bij de oudere baby’s. Het herkennen van de late slow wave kan wijzen op bewuste gedachte. De golf, feedback van de prefrontale cortex, suggereert dat het beeld kort wordt opgeslagen in het tijdelijke  ‘werkgeheugen’ van de baby, waaruit het bewustzijn is samengesteld.

Kouider hoopt in nader onderzoek een verbinding te kunnen leggen tussen deze signalen van bewustzijn bij baby’s met leren en dan vooral taalontwikkeling. Nu wordt verondersteld dat baby’s heel snel leren en dat zij zich volledig bewust zijn van wat ze leren, maar wellicht is dat niet zo, stelt Kouider.

Leer de vijf huiltjes van je baby kennen

Naamloos6Op basis van het huiltje van je baby zou je kunnen begrijpen wat hij nodig heeft. Volgens de Dunstan methode zijn er namelijk vijf verschillende huiltjes te onderscheiden met elk een eigen betekenis. Het gaat hierbij om de klank van het snikje dat je baby gebruikt in de aanloop naar een flinke huilbui. Als je kind eenmaal echt aan het huilen is, kun je de Dunstan-methode niet meer toepassen.

De methode is vernoemd naar Priscilla Dunston die op basis van haar eerste moederervaring de verschillende manieren van huilen van haar kindje ontdekte en dit publiceerde. Haar doel is andere ouders op deze manier te helpen om sneller te weten wat hun baby nodig heeft. Vooral voor de kersverse ouder een uitkomst.

De 5 klanken worden herkend en zijn gerelateerd aan relfexen van je kindje:

  • Nèh – Betekent dat je baby honger heeft, waarbij het eenbekend zuigreflex die bij het voeden hoort de ‘nèh’ klank veroorzaakt
  • Èh – Betekent dat er een boer dwars zit
  • Owh – Betekent dat je baby moe is, waarbij de ‘owh’ klank wordt veroorzaakt door het gaapreflex
  • Eairth – Betekent dat je baby last heeft van gasvorming en een windje moet laten
  • Heh – Betekent dat je baby zich niet comfortabel voelt, bijvoorbeeld om hij het te warm of koud heeft .

Er zijn op youtube verschillende filmpjes te vinden die je helpen bij het herkennen van de huiltjes.

Kijk bijvoorbeeld naar het volgende filmpje http://www.youtube.com/watch?v=_IRQc2hOiKE

Groot deel van baby’s eet te vroeg vast voedsel

Etende babyAmerikaans onderzoek heeft uitgewezen dat maar liefst 93% van de ouders hun kind al eerder dan de aanbevolen leeftijd van 6 maanden introduceert met vast voedsel.

Onderzoekers van de Centers for Disease Control en Prevention in de VS, die 1.334 moeders ondervroegen, kwamen tot deze conclusie. Daarnaast ontdekten zij dat 40% van hen vast voedsel zelfs al introduceerden voordat hun kind de leeftijd van vier maanden oud bereikt had. Nog zorgelijker was dat baby’s van  9% van de moeders al vast voedsel kreeg aangeboden voordat ze waren vier weken oud waren.

De onderzoekers beschrijven in hun studie dat het bij armere, jonge en minder goed opgeleide moeders meer voorkwam dat zij vast voedsel eerder aanboden. Mogelijke redenen hiervoor zijn dat kunstvoeding wordt gezien als een dure optie en de mythe dat baby’s beter slapen als zij vast voedsel hebben gegeten.

Professionals in de gezondheidszorg lijkt het gedeeltelijk te wijten dat vast voedsel al zo vroeg aan kinderen wordt gegeven. 50% van de moeders die hun baby te vroeg vast voedsel gaven, gaven namelijk bij de onderzoekers aan dat hun zorgverzekeraar of arts hen dit advies had gegeven.

De onderzoekers waarschuwen naar aanleiding van deze resultaten dat het geven van vast voedsel aan baby’s voordat ze zes maanden oud zijn een verhoogd risico met zich meebrengt dat zij chronische ziekten zoals diabetes en coeliakie ontwikkelen. Zij vrezen ook dat het voortijdig invoeren van vaste voedsel het risico obesitas bij het kind op latere leeftijd vergroot.

 

Rust, regelmaat en ritme belangrijk voor een rustige baby

baby in bedOnrustige baby’s hebben in veel gevallen een tekort aan slaap en zijn oververmoeid. Dit kan ontstaan wanneer ouders
vermoeidheidsignalen van baby’s niet goed interpreteren en vanuit hun warme oudergevoelens zullen reageren op het huilen van hun baby door het te troosten en op te pakken.

De drie R-en waren èn zijn nog steeds drie belangrijke elementen bij de zorg voor baby’s om onrust, overmatig huilen en weinig slapen te voorkomen en te verhelpen. De drie R-en staan voor Rust, Regelmaat en Ritme. Het zijn handvaten die als leidraad aangehouden kunnen worden en een uitkomst bieden voor ouders en verzorgers. Niet alleen het kind wordt namelijk rust gegund, de ouders en verzorgers daarmee ook, wat uiteindelijk ook in het belang van het kind is.

Rust

Door je baby rust te gunnen om goed te kunnen slapen worden veel problemen met betrekking tot onrust voorkomen. Dit betekent dat je niet te vaak op stap gaat, je baby niet te veel blootstelt aan verschillende prikkels als speelgoed, geluid van radio en televisie en je baby in het eigen bedje laat slapen in plaats van in de box in een omgeving waar er voortdurend prikkels zijn. Hierbij houd je rekening met het karakter van je baby wat hem al dan niet meer of minder gevoelig maakt voor prikkels van buitenaf.

Regelmaat en Ritme

Je kan je kind regelmaat en ritme bieden door gedurende een dag de activiteiten in een vaste volgorde aan te bieden. Deze volgorde is namelijk slapen, wakker worden, verschonen/voeden, spelen en vervolgens weer slapen. De speeltijd bestaat uit een periode spelen/knuffelen bij de ouder op schoot, waarna alleen gespeeld wordt in de box. In de box kan de baby zelf spelen en bepalen hoeveel prikkels het opzoekt. De baby leert op deze manier zichzelf te vermaken. Na een tijdje in de box zal het kindje weer moe worden. Zodra signalen van vermoeidheid zichtbaar worden wordt het kindje wakker in bed gelegd.

Achtergrond van het vaste ritme van slapen, wakker worden, verschonen/voeden, spelen en slapen, is dat een kind dat net geslapen heeft goed uitgerust is, daardoor goed zal drinken waarna het voldaan kan slapen tot de volgende voeding. Een afwijkend schema, waarbij het voeden van een baby bijvoorbeeld pas plaatsvindt nadat hij een uur wakker is, kan een tegengesteld effect hebben met als risico een vicieuze cirkel van onrust en gehuil. Een moe kind dat gevoed wordt heeft immers te weinig energie om goed te eten, zal daardoor niet voldaan gaan slapen, en heeft hierdoor slechts korte slaapjes die hem oververmoeid en huilerig maken. Vaak zul je als ouder het gehuil van je baby ook willen beantwoorden door te troosten, wat de situatie onbedoeld verder verslechterd.

De richtlijnen voor het ritme zijn afhankelijk van de leeftijd. Zo zal een baby van  6 weken bijvoorbeeld idealiter maximaal een uur wakker zijn voor het voeden, verschonen en spelen om vervolgens 2-3 te gaan slapen tot de volgende voeding, waar een kind van 6 maanden al 2 uur wakker is en slaapjes heeft van nog maar 2 uur.

Door het bieden van rust, regelmaat en ritme wordt de wereld van een kind voorspelbaar. Het zal bijvoorbeeld leren dat de ouder de meeste aandacht geeft na de voeding op schoot en dat hij in bed geen aandacht meer krijgt. Deze voorspelbaarheid en herkenning geven je kind een gevoel van veiligheid en vertrouwen in de omgeving en zichzelf.

Wanneer je baby onrustig is of veel huilt en regelmaat wilt aanbrengen is het natuurlijk wel van belang dat wordt uitgesloten dat er geen lichamelijke oorzaak . Bij borstvoeding moet je er daarbij zeker van zijn dat het kind voldoende voeding krijgt en het huilen geen teken van honger is. Dit bepaal je in overleg met een arts of het consultatiebureau. Tot slot zul je als ouder ook altijd naar je eigen gevoelens moeten blijven luisteren, als je het gevoel hebt dat er iets anders speelt.

 

Nieuw wetsvoorstel om screening medewerkers kinderopvang te verbeteren

kinderopvang2Minister van Social Zaken, Lodewijk Ascher, heeft een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer waarmee hij beoogd de veiligheid en kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang te verbeteren. Kinderopvang centra worden door dit wetsvoorstel verplicht om vanaf 1 januari 2014 (aanstaande) ouders via hun website informatie te bieden over de kwaliteit van hun interne organisatie, zodat deze informatie ook gemakkelijker kan worden vergeleken.

Hiernaast staat opgenomen dat medewerkers die werkzaam zijn in de kinderopvang verplicht worden vanaf 1 juli in dit jaar een nieuwe Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) bij de gemeente aan te vragen om te controleren of ze eerder een strafbaar feit hebben gepleegd. Het voornemen is verder medewerkers in de kinderopvang continu te gaan screenen om na te gaan of zij eventueel nieuwe strafbare feiten begaan. Tot slot volgt er per 1 juli een wettelijke meldplicht voor kindermishandeling.

Naar aanleiding van het wetsvoorstel heeft De Raad van State in haar advies aangegeven vraagtekens te hebben bij het continu screenen van medewerkers in de kinderopvang. Allereerst omdat het een inbreuk is op het privéleven van betreffende personen tegen wie geen formele verdenking bestaat. Hiernaast bestaat de vraag of het continu screenen van medewerkers in de kinderopvang wel in verhouding staat tot de screening van medewerkers in andere sectoren met jonge kinderen, zoals in het onderwijs of bij sportclubs.