Nieuwsbrief

Evenementen

    Geen evenementen

Ouder en kind

Het plaatsen van slapende baby’s op rug heeft geen gevolgen voor vermogen om te rollen

Onderzoek van de Universiteit van Alberta concludeert dat de angst dat het laten slapen van baby’s op hun rug de ontwikkeling van hun rol vaardigheden zou aantasten ongegrond is. De studie heeft gekeken naar mogelijke negatieve effecten van een campagne die 20 jaar geleden werd geïntroduceerd en aangaf dat slapen op de rug zou moeten om wiegendood te voorkomen. Hoewel de campagne heeft bijgedragen aan het verminderen van wiegendood, vrezen sommige deskundigen dat deze kinderen meer moeite hebben met rollen, een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van motorische vaardigheden. Gedacht werd dat deze baby’s minder snel rollen, omdat ze nu niet veel op hun buik liggen. Het onderzoek geeft echter aan dat in de ontwikkeling van een baby eigenlijk niet veel is veranderd in de afgelopen 20 jaar en baby’s nog steeds rollen op dezelfde leeftijd.

Het onderzoeksteam verzamelde al 20 jaar geleden gegevens van 2200 baby’s om normen vast te stellen voor de ontwikkeling van verschillende motorische vaardigheden. hiermee werd een instrument gecreëerd dat internationaal wordt gebruikt om te screenen op motorische problemen bij jonge zuigelingen. Het wordt bijvoorbeeld bij premature baby’s of baby’s die een moeilijke start hebben gehad.Het probleem met het onderzoek was echter dat het werd gepubliceerd op het moment dat de campagne dat het beter was om op de rug te slapen net aansloeg. Daarom besloten de onderzoekers om het werk twee decennia later opnieuw te doen, om te zien of de campagne impact heeft gehad op de resultaten.

Voor de nieuwe ronde van het onderzoek, bestudeerde het team de motorische capaciteiten van 725 baby’s van een week tot acht maanden oud en vergeleek deze met de gegevens uit de jaren 1990. De campagne blijkt vrijwel geen invloed te hebben op de motoriek en daarmee de resultaten van het onderzoek. Negentig procent van de in het onderzoek betrokken baby’s ontwikkelde rollen vaardigheden rond de leeftijd van 8,5 maand.

Waarom het slapen op de rug vrijwel geen invloed heeft op de motoriek van baby’s is een mysterie voor de onderzoekers. Het is mogelijk dat veel ouders bekend zijn met de angst van de eventuele impact en daarom er voor zorgen dan hun baby voldoende tijd op de buik wordt gelegd wanneer ze wakker zijn.

Moedermelk bevordert de intelligentie van het kind

Borstvoeding bevordert de hersenontwikkeling van baby’s met maximaal. Kinderen die uitsluitend gevoed zijn met moedermelk gedurende minimaal drie maanden hebben maximaal 30% extra groei in de belangrijkste delen van de hersenen die taal, emotie en begrip controleren, zeggen wetenschappers.

De studie verzamelde gegevens van borstgevoede kinderen onder de vier jaar die duidelijk een voordeel kenden als het gaat om ontwikkeling van de hersenen.  Tegen de tijd dat de baby’s hun tweede verjaardag bereikten, werd er een waarneembaar verschil gezien in hun hersenstructuur.

De studie, uitgevoerd door de Brown University in de VS, werd uitgevoerd onder 133 baby’s die uit soortgelijke gezinnen kwamen. Met behulp van Magnetic Resonance Imaging (MRI) zijn hersenscans genomen van de baby’s die waren gevoed met een dieet van moedermelk in de vroegste stadia van hun ontwikkeling, en van degenen die gevoed werden met kunstvoeding. De scans toonden aan dat baby’s gevoed met moedermelk de snelste groei kenden in het weefsel met lange zenuwvezels die de verschillende delen van de hersenen gebruikt voor het leren koppelen.

Het team concludeerde dat hoe langer de baby’s werden gevoed met moedermelk des te meer ontwikkeld hun hersenen waren, vooral in de gebieden van de hersenen geassocieerd met beweging en coördinatie. De studie werd gepubliceerd in het tijdschrift NeuroImage en is niet het eerste onderzoek dat borstvoeding koppelt aan een verbeterde ontwikkeling van een kind. Wel zou het de eerste keer zijn dat MRI-scans worden gebruikt om de hersenen te vergelijken bij borstgevoede en niet-borstgevoede kinderen.

Onderzoek toont aan ouders niet bezig zijn met mediaconsumptie van hun kinderen

Uit onderzoek blijkt dat 8 op de 10 ouderstellen niet bezig zijn met hoeveel tijd hun kinderen doorbrengen voor een laptop, tv of tablet. Volgens USA Today, zijn de gevonden resultaten waarschijnlijk te wijten aan het feit dat de ouders ook zelf intensief gebruikmaken van communicatiemiddelen.

Het onderzoek toont aan dat volwassenen circa 11 uur per dag gebruik maken van computers of tablets 11 uur, terwijl de kinderen deze middelen circa 4,5 uur gebruiken. Het onderzoek behelsde een enquête onder 2300 ouders voor de studie onderzoekers getiteld “Ouderschap in het tijdperk van digitale technologie.” Het onderzoek geeft aan dat er echt al een generatieverschuiving plaats heeft gevonden met betrekking tot de houding van ouders over de rol van technologie in het leven van hun kinderen.

Meer dan de helft van de ondervraagde ouders zeiden dat de consumptie van media was niet zorgelijk en geloofde dat het veelvuldige gebruik ervan kinderen niet belemmert in hun leergedrag of de creativiteit. Mediagebruik was tot slot ook geen bron van conflict in de woning.

 

De groei van hoofd baby voorspelt hoogte IQ

Een grote toename van de omtrek van het hoofd in de eerste maand na de geboorte, leidt tot een bovengemiddeld hoog IQ op 6-jarige leeftijd. Ook een aanzienlijke gewichtstoename in diezelfde periode wijst op een relatief goede ontwikkeling van het IQ en dan met name op spraakgebied. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit een onderzoek dat Australische onderzoekers van de Universiteit van Adelaide in het wetenschappelijk tijdschrift Pediatrics hebben gepubliceerd.

In het onderzoek werden de gegevens van meer dan 13.800 baby’s verzameld en geanalyseerd. Hieruit bleek dat kinderen waarvan het lichaamsgewicht in de eerste maand van hun leven met 40% toeneemt, op 6-jarige leeftijd circa 1.5 punt hoger scoren bij met name het spraakgedeelte van IQ-tests dan baby’s die maar 15% in gewicht taankomen. Dat de groei van een babyhoofdje ook een relatie kent met de ontwikkeling van intelligentie is volgens de onderzoekers niet zo verwonderlijk. De omtrek van het hoofd zegt namelijk iets over het hersenvolume. Een relatief grote toename bij een pasgeboren baby suggereert zodoende snelle hersengroei.

De studie toont volgens de onderzeokers aan dat de voeding in de eerste weken na de geboorte van een baby nauwgezet in de gaten moet worden gehouden. Indien de baby onvoldoende groeit, bijvoorbeeld omdat de borstvoeding niet goed op gang komt, zou er volgens de onderzoekers sneller moeten worden ingegrepen.

 

Hoe kunstvoeding het aantal vrouwen dat borstvoeding geeft kan verhogen

Met een groeiende omvang aan bewijsmateriaal ter ondersteuning van de voordelen van borstvoeding voor zowel moeder en baby, geven volksgezondheid deskundigen telkens een ziekenhuis een “Baby-Friendly”-status, wanneer het ziekenhuis het geven van borstvoeding voldoende stimuleert. Dit behelst onder meer het niet scheiden van moeders en baby’s na de bevalling en het aanbieden van kunstvoeding enkel indien dit medisch noodzakelijk wordt geacht. Volgens recent onderzoek, blijkt echter één van de verrassende manieren om het aantal nieuwe moeders dat borstvoeding geeft te verhogen het geven van kunstvoeding kan inhouden.

Uit een kleine studie gepubliceerd in het tijdschrift Pediatrics blijkt dat het geven van een beetje kunstvoeding aan pasgeborenen het aantal vrouwen dat borstvoeding geeft zou stimuleren. Achtergrond hiervan is dat het moeders de zekerheid kan geven die ze nodig hebben om te blijven volhouden met het geven van borstvoeding, zeggen de auteurs van de studie.  De studie, van de Universiteit van Californië, San Francisco (UCSF), volgde 40 pasgeboren baby’s die minstens 5% van hun geboortegewicht hadden verloren tegen de tijd dat ze 36 uur oud waren. Wanneer baby’s 10% van hun geboorte gewicht verliezen worden kinderartsen bezorgd dat de baby’s een risico op andere gezondheidsproblemen lopen.

Voor het onderzoek, gaven de onderzoekers de helft van de baby’s een paar dagen na de geboorte tot twee theelepels kunstvoeding na elke borstvoeding via een spuit, zodat er geen “tepel verwarring” ontstond. Moeders werden geïnstrueerd om de kunstvoeding suppletie te staken zodra hun melkproductie op gang was gekomen, wat over het algemeen twee tot vijf dagen duurt. De andere helft van de baby’s kregen uitsluitend borstvoeding, tenzij de dokter aangaf dat het geven van kunstvoeding medisch noodzakelijk was.

Na drie maanden, gaf nog 79% van de groep die additioneel kunstvoeding had toegediend uitsluitend nog borstvoeding, hetgeen aanzienlijk meer was dan de 42% van de moeders in de groep die oorspronkelijk geïnstrueerd waren om enkel borstvoeding te geven.

Hoewel het contra-intuïtief lijkt, vermoeden de onderzoekers dat de invoering van een kleine hoeveelheid van kunstvoeding moeders een veilig gevoel geeft dat hun baby’s geen honger hebben en gewicht verliezen in de eerste dagen van hun leven. Dit geeft hen waarschijnlijk het vertrouwen om uitsluitend over te gaan op het geven van borstvoeding. In de VS, beginnen de meeste moeders met borstvoeding, maar slechts 40% doet dit nog steeds na zes maanden en slechts 20% maakt een jaar vol. “Deze studie gaat echter in tegen alles wat er verschenen is de afgelopen jaren van zeer betrouwbare onderzoekers over de mogelijke gevaren van het geven van kunstvoeding als aanvulling op borstvoeding”, zegt dr. Kathleen Marinelli, een associate professor in de kindergeneeskunde aan de Universiteit van Connecticut School of Medicine en voorzittervan de Amerikaanse Borstvoeding Comite. Tanya Lieberman, een lactatiekundige die schrijft over wetenschappelijk onderzoek naar borstvoeding, zegt dat ze “een beetje in de war” door de resultaten. “We weten al jarenlang wat werkt om het geven van exclusief borstvoeding en de duur ervan te verhogen en dat is geen suppletie, tenzij het medisch noodzakelijk is.”

De onderzoekers geven aan dat de resultaten van de studie niet noodzakelijk van toepassing zijn op alle baby’s. Het is een potentieel instrument voor moeders om te overwegen wanneer ze denken dat het nuttig zou kunnen zijn. Het uiteindelijke doel van het onderzoek was om een ​​manier te vinden om meer moeders te ondersteunen in het geven van borstvoeding gedurende een langere termijn.

 

Leiden Tiger Moms tot perfecte of verpeste kinderen?

Aan alle huidige en toekomstige Tiger Moms: extreme ouderschapsmethodes werken niet en kunnen op lange termijn schadelijk zijn voor uw kinderen blijkt uit onderzoek. Voor degenen die niet bekend zijn met de term, een ‘Tiger Mom’ is een zeer strenge moeder die haar kinderen pusht om hard te werken aan hun studie en zelfs hun vrije tijd inperkt, zodat ze voortdurend hoge cijfers behalen.Het concept van Tiger Moms ontstond met de publicatie van de ouderschap memoires van Tiger Mother Amy Chua in 2011. De Yale professor beschreef in het boek haar ervaringen over opvoeding van haar twee dochters met haar niet-Aziatische man. Dit behelste onder meer het verbod op tv en sociale activiteiten zoals logeerpartijtjes, veeleisende strenge straffen bij slechte cijfers.

Veel ouderschap deskundigen hebben hun afschuw geuit ten aanzien van de meedogenloze methoden van Chua, maar het is moeilijk om de resultaten van de opvoeding te negeren. Haar oudste dochter Sophia speelde de klassieke piano in de Carnegie Hall op 14 jarige leeftijd en werd later toegelaten tot zowel Harvard als Yale. Sophia’s jongere zus Louisa is een viool wonderkind.

De Tiger Mom blijkt een fenomeen dat volgens Su Yeong Kim, professor van menselijke ontwikkeling en familie wetenschappen aan de Universiteit van Texas, van groot belang is blijkt uit haar onderzoek naar de levensstijl van meer dan 300 Aziatisch-Amerikaanse families in de afgelopen 10 jaar. De onlangs vrijgegeven studie toonde aan dat een ongezond percentage van de kinderen van ouders die als “Tiger” ouders waren geactegoriseerd lagere academische prestaties bereikten in combinatie met een verhoogde psychologische onaangepastheid in tegenstelling tot de kinderen van ouders die werden gecategoriseerd als “ondersteunend”.

In eenvoudige bewoordingen, hadden veel Tiger Mom nakomelingen slechtere cijfers en werden meer depressief en vervreemd van hun ouders. Kinderen van ondersteunende ouders, deden het juist vaak beter op school, waren minder vatbaar voor depressie en voelden een stevige band met hun vader en moeder.
Maar zoals met alle ouderschapskwesties, zijn ook deze studieresultaten aanleiding voor een debat.

Overeten wordt aangeleerd in babytijd

Op de lange termijn, zou het stimuleren van een baby om het laatste slokje uit de fles te nemen meer kwaad dan goed doen. Hoewel de calorieën al snel verbranden, ontstaat er een slechte gewoonte die obesitas zou bevorderen. Sociologie professoren Ben Gibbs en Renata Forste aan de Brigham Young University ontdekten dat wanneer kinderen al overgewicht op de leeftijd van twee hebben, het duidt op een traject waarin het kind ook gedurende de kindertijd en adolescentie maar ook als volwassene ernstig overgewicht zal hebben.De onderzoekers analyseerden de gegevens van meer dan 8.000 gezinnen en kwam tot de ontdekking dat baby’s die de fles kregen en daarbij gestimuleerd werden deze volledig op te drinken 2,5 keer meer kans hadden op overgewicht hadden als peuter dan baby’s die borstvoeding kregen gedurende de eerste zes maanden. Ook het te vroeg introduceren van vast voedsel – vóór vier maanden oud – verhoogd het risico op obesitas van een kind.

Borstvoeding leent zich er goed voor om baby’s om te leren wat een vol gevoel is en zelf te stoppen met eten. Een zelfde vaardigheid kan worden ontwikkeld door zuigelingen die kunstvoeding krijgen. Mits een ouder het kind niet aanmoedigt om de hele fles op te maken, maar op te houden met voeden wanneer het kind zelf aangeeft vol te zitten.

Het aantal moeders dat borstvoeding geeft het laagst in arme en lager opgeleide gezinnen. Sally Findley, een volksgezondheid hoogleraar aan de Columbia University, zegt dat de nieuwe studie aantoont dat dit de voornaamste reden is dat obesitas kinderen het hardst raakt onder de armoedegrens.  Het volgende project voor de onderzoekers Gibbs en Forste is om het verband tussen borstvoeding en cognitieve ontwikkeling in de kindertijd opnieuw te evalueren. Forste heeft eerder onderzoek gepubliceerd over de reden waarom vrouwen stoppen met borstvoeding. Volgens de onderzoeker is de gemeenschap op zoek naar de oorsprong van de obesitas-epidemie, en meer en meer proberen wetenschappers die te zoeken in de vroege jeugd van kinderen.

Neanderthaler moeders gaven baby’s langer dan jaar borstvoeding

Uit recent onderzoek blijkt dat Neanderthaler vrouwen hun baby’s gedurende meer dan een jaar borstvoeding gaven. Onderzoekers aan de Mount Sinai School of Medicine in New York bestudeerden een versteende tand van een Neanderthaler kind, die bijna 100.000 jaar geleden in een grot in België woonde. De onderzoekers bekeken de niveaus van barium, een chemisch element, in de tand van het kind. Deze bijzondere studie was gebaseerd op één exemplaar van de Neanderthaler tand. Hun onderzoek bleek dat het kind uitsluitend borstvoeding kreeg gedurende de eerste zeven maanden en hierna borstvoeding in combinatie met andere voeding kreeg. De moeder stopte met het geven van borstvoeding toen de baby 14 maanden oud was.De studie werd gepubliceerd in het tijdschrift Nature op woensdag.

 

Babysterfte in Nederland gedaald

Het aantal baby’s dat rond de geboorte sterft is afgenomen in Nederland. Stierven er in 2004 nog 10,5 op de duizend baby’s, in 2010 was dit teruggelopen tot negen op de duizend. Dit blijkt uit een grootschalig Europees onderzoek naar perinatale sterfte. Recentere cijfers zijn nog niet beschikbaar.

Perinatale sterfte betreft het totaal aantal kinderen dat na een zwangerschapsduur van 22 weken of meer wordt geboren en voor, tijdens of in de eerste vier weken na de geboorte overlijdt.

De landen met de laagste geboortesterfte zijn Cyprus, Portugal, Slowakije en de Scandinavische landen. Van de 29 Europese landen die in het onderzoek zijn meegenomen scoort Nederland niet als één van de betere landen, maar verplaatst zich nu wel richting de middenmoot. De verlaging van de geboortesterfte in Nederland is te danken aan een intensievere samenwerking tussen betrokken beroepsgroepen. Hiernaast heeft het dalende aantal rokende zwangeren en tienerzwangerschappen een positieve invloed gehad.

 

Gehuwde ouders en vrijgezelle vaders hebben slankere kinderen

Na een 12 jaar durende studie, concluderen de onderzoekers van de Rice University in Houstonop basis van de verzamelde gegevens dat kinderen die opgroeien in een “traditioneel” huishouden met getrouwde ouders een lager risico hebben op zwaarlijvigheid dan kinderen met gescheiden ouders. In de studie, die uitgevoerd werd onder leiding van hoogleraar sociologie Rachel Kimbro co-auteur Jennifer Augustine, werd ontdekt dat ook getrouwde stiefouders gunstig waren in het verminderen van de kans van de zwaarlijvige kinderen. Interessant is verder dat uit de gegevens blijkt dat kinderen die bij een alleenstaande vader wonen zelfs nog een lager risico op overgewicht hebben dan kinderen met getrouwde ouders. De studie is beschikbaar in de nieuwste editie van het Journal of Applied Research on Children.Gezien de obesitas-epidemie in Amerika, geeft Kimbro aan verbaasd te zijn dat er zo weinig onderzoek tot nu toe is gedaan naar de rol die de familie in gewichtsproblemen heeft van een kind.

Kimbro en haar collega’s begonnen met het verzamelen van gegevens voor deze studie in 2001 op basis van in-huis interviews met primaire verzorgers van kinderen van negen maanden oud. De onderzoekers verzamelden vervolgens gegevens van de kinderen toen zij twee jaar oud waren en toen zij naar de kleuterschool gingen. In de studie werd een diverse groep aan gezinnen opgenomen met verschillende etnische en sociaal-economische achtergronden.

Kinderen met getrouwde ouders hebben 17% kans om zwaarlijvig te worden, terwijl kinderen met samenwonende, niet-getrouwde ouders met 31% bijna twee keer zoveel kans hebben op overgewicht. De onderzoekers geven aan dat gecontroleerd is of niet andere factoren een rol speelden die leiden tot obesitas bij kinderen, zoals de mate van activiteit, voeding en sociaal-economische status.

Dat kinderen, opgevoed door alleenstaande vaders, nog minder kans op overgewicht hebben dan kinderen die opgroeien in een gezin met twee getrouwde ouders is -blijkt uit eerder onderzoek- omdat alleenstaande vaders de neiging hebben om meer sociaal-economische middelen te hebben. En sociaal-economische status de belangrijkste voorspeller van gezondheid is.